Passare — Italiano Olandese traduzione63 traduzioni trovati

passare (v) (a piedi) passeren (v) (a piedi)
passare (v) (tempo) voortgaan (v) (tempo)
passare (v) (oggetti) verder geven (v) (oggetti)
passare (v) (notizie) overleveren (v) (notizie)
passare (v) (automobili) passeren (v) (automobili)
passare (v) (telefono) verbinden (n) (v) (telefono)
passare (v) (culinario) tot puree maken (v) (culinario)
passare (v) (destrezza) nalaten (v) (destrezza)
passare (v) (tempo) verlopen (v) (tempo)
passare (v) (tradizione) doorgeven (v) (tradizione)
passare (v) (a piedi) voorbijgaan (v) (a piedi)
passare (v) (problema) doormaken (v) (problema)
passare (v) (oggetti) overleveren (v) (oggetti)
passare (v) (notizie) doorgeven (v) (notizie)
passare (v) (oggetti) aanreiken (v) (oggetti)
passare (v) (destrezza) verder geven (v) (destrezza)
passare (v) (diritto) overdragen (v) (diritto)
passare (v) (destrezza) doorvertellen (v) (destrezza)
passare (v) (a piedi) overheen gaan (v) (a piedi)
passare (v) (tempo) overheen gaan (v) (tempo)
passare (v) (oggetti) verdergeven (v) (oggetti)
passare (v) (proposta) bij stemming goedkeuren (v) (proposta)
passare (v) (automobili) inhalen (n) (v) (automobili)
passare (v) (oggetto) reiken (v) (oggetto)
passare (v) (culinario) pureren (v) (culinario)
passare (v) (notizie) verdergeven (v) (notizie)
passare (v) (culinario) fijnmaken (v) (culinario)
passare (v) (tradizione) doorvertellen (v) (tradizione)
passare (v) (a piedi) verlopen (v) (a piedi)
passare (v) (problema) doorstaan (v) (problema)
passare (v) (tempo) verdrijven (v) (tempo)
passare (v) (notizie) doorvertellen (v) (notizie)
passare (v) (oggetti) reiken (v) (oggetti)
passare (v) (telefono) doorverbinden (v) (telefono)
passare (v) (diritto) vermaken (v) (diritto)
passare (v) (destrezza) doorgeven (v) (destrezza)
passare (v) (tempo) passeren (v) (tempo)
passare (v) (tradizione) nalaten (v) (tradizione)
passare (v) (oggetti) doorvertellen (v) (oggetti)
passare (v) (esame) slagen (v) (esame)
passare (v) (automobili) voorbijschieten (v) (automobili)
passare (v) (oggetto) geven (v) (oggetto)
passare (v) (tempo) verstrijken (v) (tempo)
passare (v) (notizie) verder geven (v) (notizie)
passare (v) (culinario) fijnstampen (v) (culinario)
passare (v) (tradizione) overleveren (v) (tradizione)
passare (v) (a piedi) verstrijken (v) (a piedi)
passare (v) (tempo) vorderen (v) (tempo)
passare (v) (tempo) spenderen (n) (v) (tempo)
passare (v) (notizie) nalaten (v) (notizie)
passare (v) (oggetti) geven (v) (oggetti)
passare (v) (problema) meemaken (v) (problema)
passare (v) (diritto) goedkeuren (v) (diritto)
passare (v) (destrezza) overleveren (v) (destrezza)
passare (v) (tempo) voorbijgaan (v) (tempo)
passare (v) (tradizione) verdergeven (v) (tradizione)
passare (v) (oggetti) doorgeven (v) (oggetti)
passare (v) (tradizione) verder geven (v) (tradizione)
passare (v) (oggetti) nalaten (v) (oggetti)
passare (v) (oggetto) aanreiken (v) (oggetto)
passare (v) (tempo) doorbrengen (v) (tempo)
passare (v) (destrezza) verdergeven (v) (destrezza)
passare (v) (diritto) transporteren (v) (diritto)
Passare Esempi80 esempi trovati
far passare doorgeven
far passare verder geven
far passare verdrijven
far passare spenderen
far passare doorbrengen
far passare verdergeven
far passare opzij gaan staan
far passare plaats maken
far passare wijken
far passare uit de weg gaan
far passare opzij gaan
far passare aan de kant gaan staan
far passare ronddelen
fare passare uit de weg gaan
passare ... dormendo zich verslapen
passare ... dormendo slapend doorbrengen
passare ... dormendo verslapen
passare a overschakelen
passare a veranderen naar
passare a overgaan tot
passare a overstappen naar
passare a verspringen naar
passare a omschakelen naar
passare a doorschuiven naar
passare a overlopen naar de vijand
passare a overlopen
passare a drossen
passare a afwentelen op
passare a doorberekenen naar
passare a deserteren
passare a prendere ophalen
passare a prendere afhalen
passare a trovare binnenwippen
passare a trovare binnenvallen
passare a trovare aanwippen bij
passare a trovare aanlopen bij
passare a trovare langskomen
passare accanto rakelings voorbijlopen
passare al crivello uitziften
passare al crivello uitzeven
passare al vaglio screenen
passare al vaglio aan een strenge selectie onderwerpen
passare attraverso doorstaan
passare attraverso doormaken
passare attraverso meemaken
passare da binnenwippen
passare da binnenvallen
passare da aanwippen bij
passare da aanlopen bij
passare da langskomen
passare di mente iemand ontgaan
passare di mente aan iemands aandacht ontsnappen
passare di mente aan iemands aandacht ontglippen
passare intorno omlopen
passare intorno om ... heen gaan
passare la notte de nacht doorbrengen
passare lentamente minder worden
passare per doorgaan voor
passare per passeren voor
passare rasente a rakelings scheren over
passare sfiorando rakelings voorbijlopen
passare sfrecciando voorbijzoeven
passare sfrecciando voorbijzoemen
passare sfrecciando voorbijrazen
far passare l'appetito a doen walgen
far passare l'appetito a afstoten
far passare un filo in een draad steken in
lasciare passare doorlaten
passare per la mente opkomen bij
passare per la mente bij iemand opkomen
passare per la mente invallen
passare per la mente opkomen bij
passare per la mente invallen
passare per la mente bij iemand opkomen
passare a miglior vita doodgaan
passare a miglior vita overlijden
passare a miglior vita sterven
passare a miglior vita heengaan
passare l'aspirapolvere stofzuigen
passare per la mente di qualcuno omgaan in iemand
Tradurre Passare in altre lingue
Tradurre passare in Inglese
Tradurre passare in Tedesco
Tradurre passare in Francese
Tradurre passare in Spagnolo
Tradurre passare in Portoghese
Tradurre passare in Sloveno
Tradurre passare in Polacco
Tradurre passare in Ceco