Restare — traduzione Italiano Olandese. Tradurre Restare in Olandese

restare (v) (tempo)	blijven (v) (tempo)
restando restano resti restavano restavi	gebleven blijft blijven bleven bleef
restare (v) (persona)	overblijven (v) (persona)
restando restano resti restavano restavi	overgebleven blijven over blijft over bleven over bleef over
restare (v) (luogo)	overschieten (v) (luogo)
restando restano resti restavano restavi	overgeschoten schiet over schieten over schoot over schoten over
restare (v) (durata)	resten (v) (durata)
restando restano resti restavano restavi	gerest resten restten
restare (v) (generale)	overblijven (v) (generale)
restando restano resti restavano restavi	overgebleven blijven over blijft over bleven over bleef over
restare (v) (quantità)	overhouden (v) (quantità)
restando restano resti restavano restavi	overgehouden houden over houdt over hield over hielden over
restare (v) (persona)	resten (v) (persona)
restando restano resti restavano restavi	gerest resten restten
restare (v) (luogo)	resten (v) (luogo)
restando restano resti restavano restavi	gerest resten restten
restare (v) (generale)	langer blijven (v) (generale)
restare (v) (quantità)	blijven (v) (quantità)
restando restano resti restavano restavi	gebleven blijft blijven bleven bleef
restare (v) (tempo)	resteren (v) (tempo)
restando restano resti restavano restavi	geresteerd resteert resteren resteerden resteerde
restare (v) (quantità)	overhebben (v) (quantità)
restando restano resti restavano restavi	overgehad hebben over hebt over had over hadden over
restare (v) (durata)	blijven (v) (durata)
restando restano resti restavano restavi	gebleven blijft blijven bleven bleef
restare (v) (generale)	resteren (v) (generale)
restando restano resti restavano restavi	geresteerd resteert resteren resteerden resteerde
restare (v) (quantità)	resteren (v) (quantità)
restando restano resti restavano restavi	geresteerd resteert resteren resteerden resteerde
restare (v) (persona)	resteren (v) (persona)
restando restano resti restavano restavi	geresteerd resteert resteren resteerden resteerde
restare (v) (luogo)	overblijven (v) (luogo)
restando restano resti restavano restavi	overgebleven blijven over blijft over bleven over bleef over
restare (v) (durata)	overblijven (v) (durata)
restando restano resti restavano restavi	overgebleven blijven over blijft over bleven over bleef over
restare (v) (quantità)	overschieten (v) (quantità)
restando restano resti restavano restavi	overgeschoten schiet over schieten over schoot over schoten over
restare (v) (tempo)	resten (v) (tempo)
restando restano resti restavano restavi	gerest resten restten
restare (v) (tempo)	overschieten (v) (tempo)
restando restano resti restavano restavi	overgeschoten schiet over schieten over schoot over schoten over
restare (v) (durata)	overschieten (v) (durata)
restando restano resti restavano restavi	overgeschoten schiet over schieten over schoot over schoten over
restare (v) (generale)	resten (v) (generale)
restando restano resti restavano restavi	gerest resten restten
restare (v) (quantità)	overblijven (v) (quantità)
restando restano resti restavano restavi	overgebleven blijven over blijft over bleven over bleef over
restare (v) (persona)	overschieten (v) (persona)
restando restano resti restavano restavi	overgeschoten schiet over schieten over schoot over schoten over
restare (v) (luogo)	resteren (v) (luogo)
restando restano resti restavano restavi	geresteerd resteert resteren resteerden resteerde
restare (v) (durata)	resteren (v) (durata)
restando restano resti restavano restavi	geresteerd resteert resteren resteerden resteerde
restare (v) (generale)	blijven (v) (generale)
restando restano resti restavano restavi	gebleven blijft blijven bleven bleef
restare (v) (quantità)	resten (v) (quantità)
restando restano resti restavano restavi	gerest resten restten
restare (v) (tempo)	overblijven (v) (tempo)
restando restano resti restavano restavi	overgebleven blijven over blijft over bleven over bleef over
restare (v) (luogo)	blijven (v) (luogo)
restando restano resti restavano restavi	gebleven blijft blijven bleven bleef
restare (v) (generale)	overschieten (v) (generale)
restando restano resti restavano restavi	overgeschoten schiet over schieten over schoot over schoten over

Restare Esempi13 esempi trovati

non restare molto tempo a	tijd tekort komen
restare a bocca aperta	staan gapen
restare a bocca aperta	gapen
restare al largo	op korte afstand van de kust blijven
restare fedele a	blijven steunen
restare fedele a	trouw blijven
restare in linea	even wachten
restare in linea	aan de lijn blijven
restare indietro	achtergelaten worden
restare indietro	achterblijven
restare sconcertato	van zijn stuk gebracht
restare stupito	staan gapen
restare stupito	gapen

Tradurre Restare in altre lingue

— Tradurre restare in Inglese

— Tradurre restare in Tedesco

— Tradurre restare in Francese

— Tradurre restare in Spagnolo

— Tradurre restare in Portoghese

— Tradurre restare in Sloveno

— Tradurre restare in Polacco

— Tradurre restare in Ceco

Restare — Italiano Olandese traduzione32 traduzioni trovati