Via — Italiano Olandese traduzione15 traduzioni trovati

via (f) (n) (traffico) baan (m) (n) (traffico)
via (f) (n) (viaggiare) route (m) (n) (viaggiare)
via (f) (n) (generale) baan (m) (n) (generale)
via (f) (n) (generale) weg (m) (n) (generale)
via (f) (n) (viaggiare) reisweg (m) (n) (viaggiare)
via (f) (n) (viaggiare) reisroute (m) (n) (viaggiare)
via (f) (n) (traffico) weg (m) (n) (traffico)
via (f) (o) (da parte) weg (m) (o) (da parte)
via (f) (o) (viaggiare) via (o) (viaggiare)
via (f) (o) (direzione) per (o) (direzione)
via (f) (o) (da parte) opzij (o) (da parte)
via (f) (o) (viaggiare) per (o) (viaggiare)
via (f) (o) (da parte) apart (o) (da parte)
via (f) (o) (distanza) weg (m) (o) (distanza)
via (f) (o) (direzione) via (o) (direzione)
Via Esempi126 esempi trovati
portare via a tutta velocità met een vaart wegvoeren
Via Lattea melkweg
andare via wegrijden
andare via opstappen
andare via vertrekken
andare via weggaan
andare via gaan
dar via weggeven
e così via enzovoorts
e così via enzovoort
e così via et cetera
e così via etcetera
gettare via weggooien
gettare via wegsmijten
gettare via wegdoen
gettare via zich ontdoen van
gettare via afdanken
gettare via aan de dijk zetten
mandare via eruit gooien
mandare via eruit zetten
mandare via eruit donderen
mandare via uitstoten
mandare via uitzetten
mandare via de deur wijzen
mandare via uitgooien
mandare via wegsturen
portar via wegdragen
portare via meenemen
portare via er vandoor gaan met
portare via wegdragen
portare via wegdragen
portare via ontnemen
portare via afpakken
portare via afnemen
portare via meenemen
portare via afhalen
portare via ruimen
portare via wegruimen
portare via weghalen
portare via opruimen
portare via ontnemen
portare via afpakken
portare via afnemen
portare via wegspoelen
saltare via afspringen
saltare via afschieten
saltare via losschieten
sulla via di op weg naar
sulla via di onderweg naar
venire via eruit gaan
venire via losraken
venire via losmaken
via d'accesso toegang
via d'acqua waterweg
via d'uscita uitlaatklep
via d'uscita uitlaat
via d'uscita uitweg
via d'uscita achterpoortje
via di mezzo kruising
via marittima koers
via marittima vaarroute
via marittima zeeweg
via terra over land
via trasversale dwarsstraat
via trasversale zijweg
via trasversale zijstraat
volare via wegvliegen
mandare via fax faxen
grattare via afschrapen
grattare via afkrabben
viale d'accesso oprit
viale d'accesso oprijlaan
buttare via zich ontdoen van
buttare via wegdoen
buttare via weggooien
buttare via wegsmijten
buttare via afdanken
buttare via aan de dijk zetten
buttare via verspelen
buttare via weggooien
buttare via verkijken
buttare via verloren laten gaan
buttare via missen
bambino che va all'asilo kleuter
che va a zonzo slenterend
che va a zonzo kuierend
che va per le lunghe langgerekt
esserci che non va schelen
esserci che non va mankeren
esserci che non va a schorten aan
esserci che non va a schelen aan
esserci che non va a mankeren aan
esserci che non va a haperen aan
va bene en of
va bene beslist
va bene reken maar
va bene overtuigd
va bene in orde
va bene begrepen
va bene oké
va bene vanzelfsprekend
va bene uiteraard
va bene absoluut
va bene jawel
va bene natuurlijk
va bene zeker
va bene stellig
va bene voorzeker
va bene ongetwijfeld
cacciare via eruit gooien
cacciare via eruit zetten
cacciare via eruit donderen
cacciare via uitstoten
cacciare via uitzetten
cacciare via verjagen
cacciare via uitgooien
cacciare via verdrijven
grattar via uitschrapen
mettere via opzij zetten
mettere via opzij leggen
spazzare via wegspoelen
togliere via wegsluiten
togliere via opbergen
togliere via uithalen
togliere via verwijderen
togliere via wegruimen
Tradurre Via in altre lingue
Tradurre via in Inglese
Tradurre via in Tedesco
Tradurre via in Francese
Tradurre via in Spagnolo
Tradurre via in Portoghese
Tradurre via in Sloveno
Tradurre via in Polacco
Tradurre via in Ceco