valutare
(v)
(esaminare)
|
bekijken
(v)
(esaminare)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
bekeken
bekijken
bekijkt
bekeken
bekeek
|
valutare
(v)
(stimare)
|
bevinden
(v)
(stimare)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
bevonden
bevindt
bevinden
bevonden
bevond
|
valutare
(v)
(stimare)
|
schatten
(v)
(stimare)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
geschat
schatten
schat
schatten
schatte
|
valutare
(v)
(spese)
|
vaststellen
(v)
(spese)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
vastgesteld
stellen vast
stelt vast
stelde vast
stelden vast
|
valutare
(v)
(opinione)
|
oordelen
(v)
(opinione)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
geöordeeld
oordeelt
oordelen
oordeelden
oordeelde
|
valutare
(v)
(tasse)
|
beoordelen
(v)
(tasse)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
beoordeeld
beoordeelt
beoordelen
beoordeelde
beoordeelden
|
valutare
(v)
(tasse)
|
vaststellen
(v)
(tasse)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
vastgesteld
stellen vast
stelt vast
stelde vast
stelden vast
|
valutare
(v)
(giudicare)
|
beoordelen
(v)
(giudicare)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
beoordeeld
beoordeelt
beoordelen
beoordeelde
beoordeelden
|
valutare
(v)
(tasse)
|
evalueren
(v)
(tasse)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
geëvalueerd
evalueren
evalueert
evalueerde
evalueerden
|
valutare
(v)
(spese)
|
de waarde bepalen
(v)
(spese)
|
valutare
(v)
(giudicare)
|
waarde toekennen
(v)
(giudicare)
|
valutare
(v)
(esaminare)
|
onderzoeken
(v)
(esaminare)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
onderzocht
onderzoekt
onderzoeken
onderzochten
onderzocht
|
valutare
(v)
(giudicare)
|
oordelen
(v)
(giudicare)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
geöordeeld
oordeelt
oordelen
oordeelden
oordeelde
|
valutare
(v)
(stimare)
|
begroten
(v)
(stimare)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
begroot
begroot
begroten
begrootten
begrootte
|
valutare
(v)
(valore)
|
de waarde bepalen
(v)
(valore)
|
valutare
(v)
(opinione)
|
de waarde bepalen
(v)
(opinione)
|
valutare
(v)
(tasse)
|
ramen
(v)
(tasse)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
geraamd
raamt
ramen
raamden
raamde
|
valutare
(v)
(valore)
|
waarderen
(v)
(valore)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
gewaardeerd
waardeert
waarderen
waardeerde
waardeerden
|
valutare
(v)
(giudicare)
|
evalueren
(v)
(giudicare)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
geëvalueerd
evalueren
evalueert
evalueerde
evalueerden
|
valutare
(v)
(spese)
|
ramen
(v)
(spese)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
geraamd
raamt
ramen
raamden
raamde
|
valutare
(v)
(stimare)
|
waarderen
(v)
(stimare)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
gewaardeerd
waardeert
waarderen
waardeerde
waardeerden
|
valutare
(v)
(importanza)
|
meten
(n)
(v)
(importanza)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
gemeten
meet
meten
mat
maten
|
valutare
(v)
(valore)
|
schatten
(v)
(valore)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
geschat
schatten
schat
schatten
schatte
|
valutare
(v)
(opinione)
|
achten
(v)
(opinione)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
geacht
acht
achten
achtten
achtte
|
valutare
(v)
(valore)
|
vaststellen
(v)
(valore)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
vastgesteld
stellen vast
stelt vast
stelde vast
stelden vast
|
valutare
(v)
(somiglianza)
|
afwegen tegen
(v)
(somiglianza)
|
valutare
(v)
(stimare)
|
achten
(v)
(stimare)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
geacht
acht
achten
achtten
achtte
|
valutare
(v)
(tasse)
|
de waarde bepalen
(v)
(tasse)
|
valutare
(v)
(spese)
|
evalueren
(v)
(spese)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
geëvalueerd
evalueren
evalueert
evalueerde
evalueerden
|
valutare
(v)
(giudicare)
|
taxeren
(v)
(giudicare)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
getaxeerd
taxeren
taxeert
taxeerde
taxeerden
|
valutare
(v)
(spese)
|
schatten
(v)
(spese)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
geschat
schatten
schat
schatten
schatte
|
valutare
(v)
(giudicare)
|
achten
(v)
(giudicare)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
geacht
acht
achten
achtten
achtte
|
valutare
(v)
(stimare)
|
beoordelen
(v)
(stimare)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
beoordeeld
beoordeelt
beoordelen
beoordeelde
beoordeelden
|
valutare
(v)
(valore)
|
begroten
(v)
(valore)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
begroot
begroot
begroten
begrootten
begrootte
|
valutare
(v)
(opinione)
|
beoordelen
(v)
(opinione)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
beoordeeld
beoordeelt
beoordelen
beoordeelde
beoordeelden
|
valutare
(v)
(tasse)
|
waarderen
(v)
(tasse)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
gewaardeerd
waardeert
waarderen
waardeerde
waardeerden
|
valutare
(v)
(valore)
|
waarde toekennen
(v)
(valore)
|
valutare
(v)
(giudicare)
|
schatten
(v)
(giudicare)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
geschat
schatten
schat
schatten
schatte
|
valutare
(v)
(spese)
|
begroten
(v)
(spese)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
begroot
begroot
begroten
begrootten
begrootte
|
valutare
(v)
(stimare)
|
waarde toekennen
(v)
(stimare)
|
valutare
(v)
(importanza)
|
kwantificeren
(v)
(importanza)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
gekwantificeerd
kwantificeren
kwantificeert
kwantificeerde
kwantificeerden
|
valutare
(v)
(opinione)
|
waarde toekennen
(v)
(opinione)
|
valutare
(v)
(opinione)
|
taxeren
(v)
(opinione)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
getaxeerd
taxeren
taxeert
taxeerde
taxeerden
|
valutare
(v)
(valore)
|
taxeren
(v)
(valore)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
getaxeerd
taxeren
taxeert
taxeerde
taxeerden
|
valutare
(v)
(opinione)
|
waarderen
(v)
(opinione)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
gewaardeerd
waardeert
waarderen
waardeerde
waardeerden
|
valutare
(v)
(stimare)
|
oordelen
(v)
(stimare)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
geöordeeld
oordeelt
oordelen
oordeelden
oordeelde
|
valutare
(v)
(tasse)
|
schatten
(v)
(tasse)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
geschat
schatten
schat
schatten
schatte
|
valutare
(v)
(spese)
|
beoordelen
(v)
(spese)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
beoordeeld
beoordeelt
beoordelen
beoordeelde
beoordeelden
|
valutare
(v)
(giudicare)
|
vaststellen
(v)
(giudicare)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
vastgesteld
stellen vast
stelt vast
stelde vast
stelden vast
|
valutare
(v)
(esaminare)
|
bestuderen
(v)
(esaminare)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
bestudeerd
bestuderen
bestudeert
bestudeerde
bestudeerden
|
valutare
(v)
(stimare)
|
evalueren
(v)
(stimare)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
geëvalueerd
evalueren
evalueert
evalueerde
evalueerden
|
valutare
(v)
(stimare)
|
ramen
(v)
(stimare)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
geraamd
raamt
ramen
raamden
raamde
|
valutare
(v)
(valore)
|
ramen
(v)
(valore)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
geraamd
raamt
ramen
raamden
raamde
|
valutare
(v)
(opinione)
|
bevinden
(v)
(opinione)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
bevonden
bevindt
bevinden
bevonden
bevond
|
valutare
(v)
(tasse)
|
waarde toekennen
(v)
(tasse)
|
valutare
(v)
(tasse)
|
taxeren
(v)
(tasse)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
getaxeerd
taxeren
taxeert
taxeerde
taxeerden
|
valutare
(v)
(giudicare)
|
bevinden
(v)
(giudicare)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
bevonden
bevindt
bevinden
bevonden
bevond
|
valutare
(v)
(spese)
|
taxeren
(v)
(spese)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
getaxeerd
taxeren
taxeert
taxeerde
taxeerden
|
valutare
(v)
(giudicare)
|
waarderen
(v)
(giudicare)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
gewaardeerd
waardeert
waarderen
waardeerde
waardeerden
|
valutare
(v)
(importanza)
|
bepalen
(v)
(importanza)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
bepaald
bepaalt
bepalen
bepaalde
bepaalden
|
valutare
(v)
(opinione)
|
schatten
(v)
(opinione)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
geschat
schatten
schat
schatten
schatte
|
valutare
(v)
(opinione)
|
vaststellen
(v)
(opinione)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
vastgesteld
stellen vast
stelt vast
stelde vast
stelden vast
|
valutare
(v)
(valore)
|
evalueren
(v)
(valore)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
geëvalueerd
evalueren
evalueert
evalueerde
evalueerden
|
valutare
(v)
(tasse)
|
begroten
(v)
(tasse)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
begroot
begroot
begroten
begrootten
begrootte
|
valutare
(v)
(opinione)
|
evalueren
(v)
(opinione)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
geëvalueerd
evalueren
evalueert
evalueerde
evalueerden
|
valutare
(v)
(valore)
|
beoordelen
(v)
(valore)
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
beoordeeld
beoordeelt
beoordelen
beoordeelde
beoordeelden
|
valutare
(v)
(giudicare)
|
de waarde bepalen
(v)
(giudicare)
|