trasmettere
(v)
(medicina)
|
infecteren met
(v)
(medicina)
|
trasmettere
(v)
(informazione)
|
inlichten
(v)
(informazione)
|
trasmettendo
trasmetti
trasmettono
trasmettevano
trasmettevi
|
ingelicht
licht in
lichten in
lichtten in
lichtte in
|
trasmettere
(v)
(televisione)
|
overbrengen
(n)
(v)
(televisione)
|
trasmettendo
trasmetti
trasmettono
trasmettevano
trasmettevi
|
overbracht
overbrengen
overbrengt
overbrachten
overbracht
|
trasmettere
(v)
(notizie)
|
doorvertellen
(v)
(notizie)
|
trasmettendo
trasmetti
trasmettono
trasmettevano
trasmettevi
|
doorverteld
vertellen door
vertelt door
vertelde door
vertelden door
|
trasmettere
(v)
(informazione)
|
in kennis stellen
(n)
(v)
(informazione)
|
trasmettere
(v)
(medicina)
|
overbrengen
(n)
(v)
(medicina)
|
trasmettendo
trasmetti
trasmettono
trasmettevano
trasmettevi
|
overbracht
overbrengen
overbrengt
overbrachten
overbracht
|
trasmettere
(v)
(informazione)
|
meedelen
(v)
(informazione)
|
trasmettendo
trasmetti
trasmettono
trasmettevano
trasmettevi
|
meegedeeld
delen mee
deelt mee
deelden mee
deelde mee
|
trasmettere
(v)
(destrezza)
|
doorgeven
(v)
(destrezza)
|
trasmettendo
trasmetti
trasmettono
trasmettevano
trasmettevi
|
doorgegeven
geven door
geeft door
gaf door
gaven door
|
trasmettere
(v)
(informazione)
|
overdragen
(v)
(informazione)
|
trasmettendo
trasmetti
trasmettono
trasmettevano
trasmettevi
|
overgedragen
dragen over
draagt over
droeg over
droegen over
|
trasmettere
(v)
(medicina)
|
overdragen
(v)
(medicina)
|
trasmettendo
trasmetti
trasmettono
trasmettevano
trasmettevi
|
overgedragen
dragen over
draagt over
droeg over
droegen over
|
trasmettere
(v)
(informazione)
|
onderrichten
(v)
(informazione)
|
trasmettendo
trasmetti
trasmettono
trasmettevano
trasmettevi
|
onderricht
onderrichten
onderricht
onderrichtten
onderrichtte
|
trasmettere
(v)
(televisione)
|
vertonen
(v)
(televisione)
|
trasmettendo
trasmetti
trasmettono
trasmettevano
trasmettevi
|
vertoond
vertoont
vertonen
vertoonde
vertoonden
|
trasmettere
(v)
(informazione)
|
kenbaar maken
(v)
(informazione)
|
trasmettere
(v)
(destrezza)
|
doorvertellen
(v)
(destrezza)
|
trasmettendo
trasmetti
trasmettono
trasmettevano
trasmettevi
|
doorverteld
vertellen door
vertelt door
vertelde door
vertelden door
|
trasmettere
(v)
(informazione)
|
informeren
(v)
(informazione)
|
trasmettendo
trasmetti
trasmettono
trasmettevano
trasmettevi
|
geïnformeerd
informeren
informeert
informeerde
informeerden
|
trasmettere
(v)
(medicina)
|
een transfusie geven
(v)
(medicina)
|
trasmettere
(v)
(informazione)
|
op de hoogte brengen
(v)
(informazione)
|
trasmettere
(v)
(destrezza)
|
overleveren
(v)
(destrezza)
|
trasmettendo
trasmetti
trasmettono
trasmettevano
trasmettevi
|
overgeleverd
leveren over
levert over
leverde over
leverden over
|
trasmettere
(v)
(informazione)
|
een transfusie geven
(v)
(informazione)
|
trasmettere
(v)
(persona)
|
uitstralen
(v)
(persona)
|
trasmettendo
trasmetti
trasmettono
trasmettevano
trasmettevi
|
uitgestraald
straalt uit
stralen uit
straalde uit
straalden uit
|
trasmettere
(v)
(medicina)
|
uitzenden
(v)
(medicina)
|
trasmettendo
trasmetti
trasmettono
trasmettevano
trasmettevi
|
uitgezonden
zendt uit
zenden uit
zond uit
zonden uit
|
trasmettere
(v)
(televisione)
|
uitzenden
(v)
(televisione)
|
trasmettendo
trasmetti
trasmettono
trasmettevano
trasmettevi
|
uitgezonden
zendt uit
zenden uit
zond uit
zonden uit
|
trasmettere
(v)
(televisione)
|
overdragen
(v)
(televisione)
|
trasmettendo
trasmetti
trasmettono
trasmettevano
trasmettevi
|
overgedragen
dragen over
draagt over
droeg over
droegen over
|
trasmettere
(v)
(notizie)
|
overleveren
(v)
(notizie)
|
trasmettendo
trasmetti
trasmettono
trasmettevano
trasmettevi
|
overgeleverd
leveren over
levert over
leverde over
leverden over
|
trasmettere
(v)
(informazione)
|
voorlichten
(v)
(informazione)
|
trasmettendo
trasmetti
trasmettono
trasmettevano
trasmettevi
|
voorgelicht
licht voor
lichten voor
lichtte voor
lichtten voor
|
trasmettere
(v)
(medicina)
|
besmetten met
(v)
(medicina)
|
trasmettere
(v)
(informazione)
|
overbrengen
(n)
(v)
(informazione)
|
trasmettendo
trasmetti
trasmettono
trasmettevano
trasmettevi
|
overbracht
overbrengen
overbrengt
overbrachten
overbracht
|
trasmettere
(v)
(televisione)
|
een transfusie geven
(v)
(televisione)
|
trasmettere
(v)
(informazione)
|
uitzenden
(v)
(informazione)
|
trasmettendo
trasmetti
trasmettono
trasmettevano
trasmettevi
|
uitgezonden
zendt uit
zenden uit
zond uit
zonden uit
|
trasmettere
(v)
(fisica)
|
geleiden
(v)
(fisica)
|
trasmettendo
trasmetti
trasmettono
trasmettevano
trasmettevi
|
geleid
geleiden
geleidt
geleidde
geleidden
|
trasmettere
(v)
(medicina)
|
vertonen
(v)
(medicina)
|
trasmettendo
trasmetti
trasmettono
trasmettevano
trasmettevi
|
vertoond
vertoont
vertonen
vertoonde
vertoonden
|
trasmettere
(v)
(informazione)
|
mededelen
(v)
(informazione)
|
trasmettendo
trasmetti
trasmettono
trasmettevano
trasmettevi
|
medegedeeld
delen mede
deelt mede
deelden mede
deelde mede
|
trasmettere
(v)
(notizie)
|
doorgeven
(v)
(notizie)
|
trasmettendo
trasmetti
trasmettono
trasmettevano
trasmettevi
|
doorgegeven
geven door
geeft door
gaf door
gaven door
|
trasmettere
(v)
(informazione)
|
vertonen
(v)
(informazione)
|
trasmettendo
trasmetti
trasmettono
trasmettevano
trasmettevi
|
vertoond
vertoont
vertonen
vertoonde
vertoonden
|