togliere
(v)
(portare via)
|
meenemen
(v)
(portare via)
|
togliendo
togli
tolgono
toglievano
toglievi
|
meegenomen
nemen mee
neemt mee
nam mee
namen mee
|
togliere
(v)
(generale)
|
wegnemen
(n)
(v)
(generale)
|
togliendo
togli
tolgono
toglievano
toglievi
|
weggenomen
nemen weg
neemt weg
nam weg
namen weg
|
togliere
(v)
(portare via)
|
wegdragen
(v)
(portare via)
|
togliendo
togli
tolgono
toglievano
toglievi
|
weggedragen
draagt weg
dragen weg
droeg weg
droegen weg
|
togliere
(v)
(generale)
|
verwijderen
(v)
(generale)
|
togliendo
togli
tolgono
toglievano
toglievi
|
verwijderd
verwijderen
verwijdert
verwijderde
verwijderden
|
togliere
(v)
(cappello)
|
afnemen
(v)
(cappello)
|
togliendo
togli
tolgono
toglievano
toglievi
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|