superare
(v)
(difficoltà)
|
overwinnen
(v)
(difficoltà)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
overwonnen
overwinnen
overwint
overwonnen
overwon
|
superare
(v)
(somiglianza)
|
overtroeven
(v)
(somiglianza)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
overtroefd
overtroeft
overtroeven
overtroefde
overtroefden
|
superare
(v)
(somiglianza)
|
te boven gaan
(v)
(somiglianza)
|
superare
(v)
(persona)
|
overtroeven
(v)
(persona)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
overtroefd
overtroeft
overtroeven
overtroefde
overtroefden
|
superare
(v)
(confine)
|
te boven gaan
(v)
(confine)
|
superare
(v)
(sviluppo)
|
groeien uit
(v)
(sviluppo)
|
superare
(v)
(concorso)
|
overtreffen
(v)
(concorso)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
overtroffen
overtreffen
overtreft
overtrof
overtroffen
|
superare
(v)
(somiglianza)
|
verslaan
(v)
(somiglianza)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
verslagen
verslaat
verslaan
versloeg
versloegen
|
superare
(v)
(shock)
|
herstellen van
(v)
(shock)
|
superare
(v)
(rivale)
|
overtreffen
(v)
(rivale)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
overtroffen
overtreffen
overtreft
overtrof
overtroffen
|
superare
(v)
(persona)
|
uitsteken boven
(v)
(persona)
|
superare
(v)
(confine)
|
overschrijden
(v)
(confine)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
overschreden
overschrijden
overschrijdt
overschreden
overschreed
|
superare
(v)
(concorso)
|
verslaan
(v)
(concorso)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
verslagen
verslaat
verslaan
versloeg
versloegen
|
superare
(v)
(somiglianza)
|
uitsteken boven
(v)
(somiglianza)
|
superare
(v)
(somiglianza)
|
overtreffen
(v)
(somiglianza)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
overtroffen
overtreffen
overtreft
overtrof
overtroffen
|
superare
(v)
(persona)
|
overklassen
(v)
(persona)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
overklast
overklassen
overklast
overklasten
overklaste
|
superare
(v)
(confine)
|
overtreffen
(v)
(confine)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
overtroffen
overtreffen
overtreft
overtrof
overtroffen
|
superare
(v)
(concorso)
|
overklassen
(v)
(concorso)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
overklast
overklassen
overklast
overklasten
overklaste
|
superare
(v)
(rivale)
|
overklassen
(v)
(rivale)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
overklast
overklassen
overklast
overklasten
overklaste
|
superare
(v)
(concorso)
|
voorbijstreven
(v)
(concorso)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
voorbijgestreefd
streven voorbij
streeft voorbij
streefde voorbij
streefden voorbij
|
superare
(v)
(stato emozionale)
|
te boven komen
(v)
(stato emozionale)
|
superare
(v)
(generale)
|
de proef doorstaan
(v)
(generale)
|
superare
(v)
(limite)
|
overschrijden
(v)
(limite)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
overschreden
overschrijden
overschrijdt
overschreden
overschreed
|
superare
(v)
(persona)
|
verslaan
(v)
(persona)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
verslagen
verslaat
verslaan
versloeg
versloegen
|
superare
(v)
(confine)
|
oversteken
(v)
(confine)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
overgestoken
steken over
steekt over
staken over
stak over
|
superare
(v)
(concorso)
|
uitsteken boven
(v)
(concorso)
|
superare
(v)
(somiglianza)
|
oversteken
(v)
(somiglianza)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
overgestoken
steken over
steekt over
staken over
stak over
|
superare
(v)
(somiglianza)
|
overstijgen
(v)
(somiglianza)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
overstegen
overstijgen
overstijgt
overstegen
oversteeg
|
superare
(v)
(rivale)
|
voorbijstreven
(v)
(rivale)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
voorbijgestreefd
streven voorbij
streeft voorbij
streefde voorbij
streefden voorbij
|
superare
(v)
(confine)
|
overstijgen
(v)
(confine)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
overstegen
overstijgen
overstijgt
overstegen
oversteeg
|
superare
(v)
(concorso)
|
overtroeven
(v)
(concorso)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
overtroefd
overtroeft
overtroeven
overtroefde
overtroefden
|
superare
(v)
(rivale)
|
overtroeven
(v)
(rivale)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
overtroefd
overtroeft
overtroeven
overtroefde
overtroefden
|
superare
(v)
(difficoltà)
|
te boven komen
(v)
(difficoltà)
|
superare
(v)
(somiglianza)
|
overklassen
(v)
(somiglianza)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
overklast
overklassen
overklast
overklasten
overklaste
|
superare
(v)
(esame)
|
slagen
(v)
(esame)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
geslaagd
slaagt
slagen
slaagde
slaagden
|
superare
(v)
(persona)
|
overtreffen
(v)
(persona)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
overtroffen
overtreffen
overtreft
overtrof
overtroffen
|
superare
(v)
(limite)
|
te buiten gaan
(v)
(limite)
|
superare
(v)
(sviluppo)
|
ontgroeien
(v)
(sviluppo)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
ontgroeid
ontgroeien
ontgroeit
ontgroeide
ontgroeiden
|
superare
(v)
(somiglianza)
|
overschrijden
(v)
(somiglianza)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
overschreden
overschrijden
overschrijdt
overschreden
overschreed
|
superare
(v)
(somiglianza)
|
voorbijstreven
(v)
(somiglianza)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
voorbijgestreefd
streven voorbij
streeft voorbij
streefde voorbij
streefden voorbij
|
superare
(v)
(shock)
|
bekomen van
(v)
(shock)
|
superare
(v)
(rivale)
|
verslaan
(v)
(rivale)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
verslagen
verslaat
verslaan
versloeg
versloegen
|
superare
(v)
(persona)
|
voorbijstreven
(v)
(persona)
|
superando
superano
superi
superavano
superavi
|
voorbijgestreefd
streven voorbij
streeft voorbij
streefde voorbij
streefden voorbij
|
superare
(v)
(rivale)
|
uitsteken boven
(v)
(rivale)
|