spuntare
(m)
(n)
(odontoiatria)
|
tanddoorbraak
(m)
(n)
(odontoiatria)
|
spuntare
(m)
(n)
(odontoiatria)
|
doorkomen
(n)
(n)
(odontoiatria)
|
spuntando
spuntano
spunti
spuntavano
spuntavi
|
doorgekomen
komt door
komen door
kwam door
kwamen door
|
spuntare
(m)
(v)
(scrittura)
|
aankruisen
(v)
(scrittura)
|
spuntando
spuntano
spunti
spuntavano
spuntavi
|
aangekruist
kruisen aan
kruist aan
kruisten aan
kruiste aan
|
spuntare
(m)
(v)
(scrittura)
|
aanstrepen
(v)
(scrittura)
|
spuntando
spuntano
spunti
spuntavano
spuntavi
|
aangestreept
strepen aan
streept aan
streepten aan
streepte aan
|
spuntare
(m)
(v)
(scrittura)
|
aanstippen
(v)
(scrittura)
|
spuntando
spuntano
spunti
spuntavano
spuntavi
|
aangestipt
stipt aan
stippen aan
stipten aan
stipte aan
|
spuntare
(m)
(v)
(giorno)
|
aanbreken
(v)
(giorno)
|
spuntando
spuntano
spunti
spuntavano
spuntavi
|
aangebroken
breekt aan
breken aan
brak aan
braken aan
|
spuntare
(m)
(v)
(medicina)
|
doorkomen
(n)
(v)
(medicina)
|
spuntando
spuntano
spunti
spuntavano
spuntavi
|
doorgekomen
komt door
komen door
kwam door
kwamen door
|
spuntare
(m)
(v)
(scrittura)
|
afvinken
(v)
(scrittura)
|
spuntando
spuntano
spunti
spuntavano
spuntavi
|
afgevinkt
vinken af
vinkt af
vinkte af
vinkten af
|