spingere
(v)
(persona)
|
stoten
(v)
(persona)
|
spingendo
spingi
spingono
spingevano
spingevi
|
gestoten
stoten
stoot
stieten
stiet
|
spingere
(v)
(generale)
|
stoten
(v)
(generale)
|
spingendo
spingi
spingono
spingevano
spingevi
|
gestoten
stoten
stoot
stieten
stiet
|
spingere
(v)
(persona)
|
aanzetten
(v)
(persona)
|
spingendo
spingi
spingono
spingevano
spingevi
|
aangezet
zetten aan
zet aan
zette aan
zetten aan
|
spingere
(v)
(movimento)
|
stoten
(v)
(movimento)
|
spingendo
spingi
spingono
spingevano
spingevi
|
gestoten
stoten
stoot
stieten
stiet
|
spingere
(v)
(persona)
|
duwen
(v)
(persona)
|
spingendo
spingi
spingono
spingevano
spingevi
|
geduwd
duwt
duwen
duwden
duwde
|
spingere
(v)
(generale)
|
dringen
(v)
(generale)
|
spingendo
spingi
spingono
spingevano
spingevi
|
gedrongen
dringen
dringt
drongen
drong
|
spingere
(v)
(persona)
|
motiveren
(v)
(persona)
|
spingendo
spingi
spingono
spingevano
spingevi
|
gemotiveerd
motiveert
motiveren
motiveerde
motiveerden
|
spingere
(v)
(meccanico)
|
aandrijven
(v)
(meccanico)
|
spingendo
spingi
spingono
spingevano
spingevi
|
aangedreven
drijven aan
drijft aan
dreven aan
dreef aan
|
spingere
(v)
(movimento)
|
duwen
(v)
(movimento)
|
spingendo
spingi
spingono
spingevano
spingevi
|
geduwd
duwt
duwen
duwden
duwde
|
spingere
(v)
(persona)
|
stompen
(v)
(persona)
|
spingendo
spingi
spingono
spingevano
spingevi
|
gestompt
stompen
stompt
stompte
stompten
|
spingere
(v)
(generale)
|
duwen
(v)
(generale)
|
spingendo
spingi
spingono
spingevano
spingevi
|
geduwd
duwt
duwen
duwden
duwde
|
spingere
(v)
(movimento)
|
stompen
(v)
(movimento)
|
spingendo
spingi
spingono
spingevano
spingevi
|
gestompt
stompen
stompt
stompte
stompten
|
spingere
(v)
(generale)
|
bewegen tot
(v)
(generale)
|