schiacciare
(v)
(insetti)
|
doodslaan
(v)
(insetti)
|
schiacciando
schiacci
schiacciano
schiacciavano
schiacciavi
|
doodgeslagen
slaan dood
slaat dood
sloeg dood
sloegen dood
|
schiacciare
(v)
(generale)
|
verpletteren
(v)
(generale)
|
schiacciando
schiacci
schiacciano
schiacciavano
schiacciavi
|
verpletterd
verplettert
verpletteren
verpletterde
verpletterden
|
schiacciare
(v)
(sigaretta)
|
uitdoven
(v)
(sigaretta)
|
schiacciando
schiacci
schiacciano
schiacciavano
schiacciavi
|
uitgedoofd
doven uit
dooft uit
doofden uit
doofde uit
|
schiacciare
(v)
(culinario)
|
fijnstampen
(v)
(culinario)
|
schiacciando
schiacci
schiacciano
schiacciavano
schiacciavi
|
fijngestampt
stampt fijn
stampen fijn
stampten fijn
stampte fijn
|
schiacciare
(v)
(insetti)
|
doodmeppen
(v)
(insetti)
|
schiacciando
schiacci
schiacciano
schiacciavano
schiacciavi
|
doodgemept
mept dood
meppen dood
mepte dood
mepten dood
|
schiacciare
(v)
(pressione)
|
samendrukken
(v)
(pressione)
|
schiacciando
schiacci
schiacciano
schiacciavano
schiacciavi
|
samengedrukt
drukt samen
drukken samen
drukten samen
drukte samen
|
schiacciare
(v)
(rompere)
|
platdrukken
(v)
(rompere)
|
schiacciando
schiacci
schiacciano
schiacciavano
schiacciavi
|
platgedrukt
drukken plat
drukt plat
drukte plat
drukten plat
|
schiacciare
(v)
(sigaretta)
|
uitdrukken
(v)
(sigaretta)
|
schiacciando
schiacci
schiacciano
schiacciavano
schiacciavi
|
uitgedrukt
drukt uit
drukken uit
drukte uit
drukten uit
|
schiacciare
(v)
(movimento)
|
duwen
(v)
(movimento)
|
schiacciando
schiacci
schiacciano
schiacciavano
schiacciavi
|
geduwd
duwt
duwen
duwden
duwde
|
schiacciare
(v)
(sigaretta)
|
doven
(v)
(sigaretta)
|
schiacciando
schiacci
schiacciano
schiacciavano
schiacciavi
|
gedoofd
doven
dooft
doofde
doofden
|
schiacciare
(v)
(pressione)
|
platdrukken
(v)
(pressione)
|
schiacciando
schiacci
schiacciano
schiacciavano
schiacciavi
|
platgedrukt
drukken plat
drukt plat
drukte plat
drukten plat
|
schiacciare
(v)
(rompere)
|
samendrukken
(v)
(rompere)
|
schiacciando
schiacci
schiacciano
schiacciavano
schiacciavi
|
samengedrukt
drukt samen
drukken samen
drukten samen
drukte samen
|
schiacciare
(v)
(movimento)
|
drukken
(n)
(v)
(movimento)
|
schiacciando
schiacci
schiacciano
schiacciavano
schiacciavi
|
gedrukt
drukt
drukken
drukten
drukte
|
schiacciare
(v)
(culinario)
|
fijnmaken
(v)
(culinario)
|
schiacciando
schiacci
schiacciano
schiacciavano
schiacciavi
|
fijngemaakt
maken fijn
maakt fijn
maakte fijn
maakten fijn
|
schiacciare
(v)
(pressione)
|
in elkaar drukken
(v)
(pressione)
|
schiacciare
(v)
(rompere)
|
in elkaar drukken
(v)
(rompere)
|