scendere
(v)
(discendere)
|
afkomen
(v)
(discendere)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
afgekomen
komt af
komen af
kwamen af
kwam af
|
scendere
(v)
(ferrovie)
|
afstappen
(v)
(ferrovie)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
afgestapt
stapt af
stappen af
stapte af
stapten af
|
scendere
(v)
(altura)
|
afrijden
(v)
(altura)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
afgereden
rijden af
rijdt af
reden af
reed af
|
scendere
(v)
(scala)
|
afdalen
(v)
(scala)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
afgedaald
dalen af
daalt af
daalden af
daalde af
|
scendere
(v)
(temperatura)
|
dalen
(v)
(temperatura)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
gedaald
dalen
daalt
daalden
daalde
|
scendere
(v)
(prezzi)
|
vallen
(n)
(v)
(prezzi)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
gevallen
valt
vallen
vielen
viel
|
scendere
(v)
(numero)
|
afnemen
(v)
(numero)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
scendere
(v)
(discendere)
|
afzakken
(v)
(discendere)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
afgezakt
zakt af
zakken af
zakten af
zakte af
|
scendere
(v)
(tetto)
|
afhellen
(v)
(tetto)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
afgeheld
hellen af
helden af
|
scendere
(v)
(fiume)
|
naar beneden gaan
(v)
(fiume)
|
scendere
(v)
(altura)
|
naar beneden rijden
(v)
(altura)
|
scendere
(v)
(temperatura)
|
afnemen
(v)
(temperatura)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
scendere
(v)
(bicicletta)
|
afstappen
(v)
(bicicletta)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
afgestapt
stapt af
stappen af
stapte af
stapten af
|
scendere
(v)
(numero)
|
zakken
(n)
(v)
(numero)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
gezakt
zakt
zakken
zakte
zakten
|
scendere
(v)
(discendere)
|
afdalen
(v)
(discendere)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
afgedaald
dalen af
daalt af
daalden af
daalde af
|
scendere
(v)
(cavallo)
|
afstijgen
(v)
(cavallo)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
afgestegen
stijgt af
stijgen af
stegen af
steeg af
|
scendere
(v)
(autobus)
|
afspringen
(v)
(autobus)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
afgesprongen
springen af
springt af
sprongen af
sprong af
|
scendere
(v)
(scala)
|
afkomen
(v)
(scala)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
afgekomen
komt af
komen af
kwamen af
kwam af
|
scendere
(v)
(fiume)
|
afzakken
(v)
(fiume)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
afgezakt
zakt af
zakken af
zakten af
zakte af
|
scendere
(v)
(prezzi)
|
zakken
(n)
(v)
(prezzi)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
gezakt
zakt
zakken
zakte
zakten
|
scendere
(v)
(numero)
|
dalen
(v)
(numero)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
gedaald
dalen
daalt
daalden
daalde
|
scendere
(v)
(discendere)
|
dalen
(v)
(discendere)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
gedaald
dalen
daalt
daalden
daalde
|
scendere
(v)
(tetto)
|
aflopen
(v)
(tetto)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
afgelopen
lopen af
loopt af
liepen af
liep af
|
scendere
(v)
(direzione)
|
bergafwaarts gaan
(v)
(direzione)
|
scendere
(v)
(autobus)
|
uitstappen
(v)
(autobus)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
uitgestapt
stapt uit
stappen uit
stapte uit
stapten uit
|
scendere
(v)
(temperatura)
|
zakken
(n)
(v)
(temperatura)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
gezakt
zakt
zakken
zakte
zakten
|
scendere
(v)
(scala)
|
dalen
(v)
(scala)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
gedaald
dalen
daalt
daalden
daalde
|
scendere
(v)
(numero)
|
vallen
(n)
(v)
(numero)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
gevallen
valt
vallen
vielen
viel
|
scendere
(v)
(cavallo)
|
afspringen
(v)
(cavallo)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
afgesprongen
springen af
springt af
sprongen af
sprong af
|
scendere
(v)
(discendere)
|
afgaan
(v)
(discendere)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
afgegaan
gaan af
gaat af
ging af
gingen af
|
scendere
(v)
(autobus)
|
afstijgen
(v)
(autobus)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
afgestegen
stijgt af
stijgen af
stegen af
steeg af
|
scendere
(v)
(scala)
|
naar beneden komen
(v)
(scala)
|
scendere
(v)
(prezzi)
|
dalen
(v)
(prezzi)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
gedaald
dalen
daalt
daalden
daalde
|
scendere
(v)
(fiume)
|
afgaan
(v)
(fiume)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
afgegaan
gaan af
gaat af
ging af
gingen af
|
scendere
(v)
(bicicletta)
|
afspringen
(v)
(bicicletta)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
afgesprongen
springen af
springt af
sprongen af
sprong af
|
scendere
(v)
(fiume)
|
dalen
(v)
(fiume)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
gedaald
dalen
daalt
daalden
daalde
|
scendere
(v)
(discendere)
|
naar beneden gaan
(v)
(discendere)
|
scendere
(v)
(livello)
|
zakken
(n)
(v)
(livello)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
gezakt
zakt
zakken
zakte
zakten
|
scendere
(v)
(ferrovie)
|
uitstappen
(v)
(ferrovie)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
uitgestapt
stapt uit
stappen uit
stapte uit
stapten uit
|
scendere
(v)
(autobus)
|
afstappen
(v)
(autobus)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
afgestapt
stapt af
stappen af
stapte af
stapten af
|
scendere
(v)
(scala)
|
naar beneden gaan
(v)
(scala)
|
scendere
(v)
(bicicletta)
|
afstijgen
(v)
(bicicletta)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
afgestegen
stijgt af
stijgen af
stegen af
steeg af
|
scendere
(v)
(cavallo)
|
afstappen
(v)
(cavallo)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
afgestapt
stapt af
stappen af
stapte af
stapten af
|
scendere
(v)
(cavallo)
|
uitstappen
(v)
(cavallo)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
uitgestapt
stapt uit
stappen uit
stapte uit
stapten uit
|
scendere
(v)
(discendere)
|
naar beneden komen
(v)
(discendere)
|
scendere
(v)
(scala)
|
afgaan
(v)
(scala)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
afgegaan
gaan af
gaat af
ging af
gingen af
|
scendere
(v)
(fiume)
|
afdalen
(v)
(fiume)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
afgedaald
dalen af
daalt af
daalden af
daalde af
|
scendere
(v)
(prezzi)
|
afnemen
(v)
(prezzi)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
scendere
(v)
(temperatura)
|
vallen
(n)
(v)
(temperatura)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
gevallen
valt
vallen
vielen
viel
|
scendere
(v)
(bicicletta)
|
uitstappen
(v)
(bicicletta)
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
uitgestapt
stapt uit
stappen uit
stapte uit
stapten uit
|
scendere
(v)
(fiume)
|
naar beneden komen
(v)
(fiume)
|