ritirare
(v)
(mano)
|
intrekken
(v)
(mano)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
ingetrokken
trekken in
trekt in
trok in
trokken in
|
ritirare
(v)
(generale)
|
terugwijken
(v)
(generale)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
teruggeweken
wijken terug
wijkt terug
weken terug
week terug
|
ritirare
(v)
(tirare dentro)
|
terugnemen
(v)
(tirare dentro)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
teruggenomen
nemen terug
neemt terug
namen terug
nam terug
|
ritirare
(v)
(prodotto)
|
intrekken
(v)
(prodotto)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
ingetrokken
trekken in
trekt in
trok in
trokken in
|
ritirare
(v)
(attività bancaria)
|
opnemen
(n)
(v)
(attività bancaria)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
opgenomen
nemen op
neemt op
nam op
namen op
|
ritirare
(v)
(tirare dentro)
|
terugtrekken
(v)
(tirare dentro)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
teruggetrokken
trekken terug
trekt terug
trok terug
trokken terug
|
ritirare
(v)
(mano)
|
terugdeinzen
(v)
(mano)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
teruggedeinsd
deinst terug
deinzen terug
deinsden terug
deinsde terug
|
ritirare
(v)
(prodotto)
|
terugwijken
(v)
(prodotto)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
teruggeweken
wijken terug
wijkt terug
weken terug
week terug
|
ritirare
(v)
(decisione)
|
intrekken
(v)
(decisione)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
ingetrokken
trekken in
trekt in
trok in
trokken in
|
ritirare
(v)
(generale)
|
terugtrekken
(v)
(generale)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
teruggetrokken
trekken terug
trekt terug
trok terug
trokken terug
|
ritirare
(v)
(offerta)
|
intrekken
(v)
(offerta)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
ingetrokken
trekken in
trekt in
trok in
trokken in
|
ritirare
(v)
(prodotto)
|
herroepen
(v)
(prodotto)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
herroepen
herroepen
herroept
herriepen
herriep
|
ritirare
(v)
(oggetti)
|
ophalen
(v)
(oggetti)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
opgehaald
haalt op
halen op
haalde op
haalden op
|
ritirare
(v)
(tirare dentro)
|
terugdeinzen
(v)
(tirare dentro)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
teruggedeinsd
deinst terug
deinzen terug
deinsden terug
deinsde terug
|
ritirare
(v)
(tirare dentro)
|
intrekken
(v)
(tirare dentro)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
ingetrokken
trekken in
trekt in
trok in
trokken in
|
ritirare
(v)
(prodotto)
|
terugroepen
(v)
(prodotto)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
teruggeroepen
roept terug
roepen terug
riep terug
riepen terug
|
ritirare
(v)
(decisione)
|
terugroepen
(v)
(decisione)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
teruggeroepen
roept terug
roepen terug
riep terug
riepen terug
|
ritirare
(v)
(generale)
|
intrekken
(v)
(generale)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
ingetrokken
trekken in
trekt in
trok in
trokken in
|
ritirare
(v)
(offerta)
|
herroepen
(v)
(offerta)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
herroepen
herroepen
herroept
herriepen
herriep
|
ritirare
(v)
(prodotto)
|
terugtrekken
(v)
(prodotto)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
teruggetrokken
trekken terug
trekt terug
trok terug
trokken terug
|
ritirare
(v)
(oggetti)
|
afhalen
(v)
(oggetti)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
afgehaald
haalt af
halen af
haalde af
haalden af
|
ritirare
(v)
(mano)
|
terugwijken
(v)
(mano)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
teruggeweken
wijken terug
wijkt terug
weken terug
week terug
|
ritirare
(v)
(tirare dentro)
|
terugwijken
(v)
(tirare dentro)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
teruggeweken
wijken terug
wijkt terug
weken terug
week terug
|
ritirare
(v)
(generale)
|
terugdeinzen
(v)
(generale)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
teruggedeinsd
deinst terug
deinzen terug
deinsden terug
deinsde terug
|
ritirare
(v)
(mano)
|
terugnemen
(v)
(mano)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
teruggenomen
nemen terug
neemt terug
namen terug
nam terug
|
ritirare
(v)
(decisione)
|
herroepen
(v)
(decisione)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
herroepen
herroepen
herroept
herriepen
herriep
|
ritirare
(v)
(generale)
|
terugnemen
(v)
(generale)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
teruggenomen
nemen terug
neemt terug
namen terug
nam terug
|
ritirare
(v)
(mano)
|
terugtrekken
(v)
(mano)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
teruggetrokken
trekken terug
trekt terug
trok terug
trokken terug
|
ritirare
(v)
(prodotto)
|
terugdeinzen
(v)
(prodotto)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
teruggedeinsd
deinst terug
deinzen terug
deinsden terug
deinsde terug
|
ritirare
(v)
(prodotto)
|
terugnemen
(v)
(prodotto)
|
ritirando
ritirano
ritiri
ritiravano
ritiravi
|
teruggenomen
nemen terug
neemt terug
namen terug
nam terug
|