ritenere
(v)
(diritto)
|
oordelen
(v)
(diritto)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
geöordeeld
oordeelt
oordelen
oordeelden
oordeelde
|
ritenere
(v)
(opinione)
|
waarde toekennen
(v)
(opinione)
|
ritenere
(v)
(opinione)
|
veronderstellen
(v)
(opinione)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
verondersteld
veronderstelt
veronderstellen
veronderstelden
veronderstelde
|
ritenere
(v)
(importanza)
|
beschouwen als
(v)
(importanza)
|
ritenere
(v)
(considerare)
|
menen
(v)
(considerare)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
gemeend
menen
meent
meenden
meende
|
ritenere
(v)
(tenere)
|
inhouden
(v)
(tenere)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
ingehouden
houdt in
houden in
hield in
hielden in
|
ritenere
(v)
(generale)
|
houden voor
(v)
(generale)
|
ritenere
(v)
(probabilità)
|
achten
(v)
(probabilità)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
geacht
acht
achten
achtten
achtte
|
ritenere
(v)
(opinione)
|
oordelen
(v)
(opinione)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
geöordeeld
oordeelt
oordelen
oordeelden
oordeelde
|
ritenere
(v)
(diritto)
|
menen
(v)
(diritto)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
gemeend
menen
meent
meenden
meende
|
ritenere
(v)
(sentimento)
|
inhouden
(v)
(sentimento)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
ingehouden
houdt in
houden in
hield in
hielden in
|
ritenere
(v)
(considerare)
|
aanzien voor
(v)
(considerare)
|
ritenere
(v)
(probabilità)
|
veronderstellen
(v)
(probabilità)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
verondersteld
veronderstelt
veronderstellen
veronderstelden
veronderstelde
|
ritenere
(v)
(importanza)
|
behoren tot
(v)
(importanza)
|
ritenere
(v)
(generale)
|
oordelen
(v)
(generale)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
geöordeeld
oordeelt
oordelen
oordeelden
oordeelde
|
ritenere
(v)
(opinione)
|
bevinden
(v)
(opinione)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
bevonden
bevindt
bevinden
bevonden
bevond
|
ritenere
(v)
(opinione)
|
achten
(v)
(opinione)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
geacht
acht
achten
achtten
achtte
|
ritenere
(v)
(sentimento)
|
tegenhouden
(v)
(sentimento)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
tegengehouden
houden tegen
houdt tegen
hielden tegen
hield tegen
|
ritenere
(v)
(considerare)
|
achten
(v)
(considerare)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
geacht
acht
achten
achtten
achtte
|
ritenere
(v)
(tenere)
|
onderdrukken
(v)
(tenere)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
onderdrukt
onderdrukt
onderdrukken
onderdrukte
onderdrukten
|
ritenere
(v)
(generale)
|
vinden
(v)
(generale)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
gevonden
vinden
vindt
vond
vonden
|
ritenere
(v)
(probabilità)
|
onderstellen
(v)
(probabilità)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
ondersteld
onderstelt
onderstellen
onderstelden
onderstelde
|
ritenere
(v)
(importanza)
|
rekenen onder
(v)
(importanza)
|
ritenere
(v)
(diritto)
|
houden voor
(v)
(diritto)
|
ritenere
(v)
(sentimento)
|
onderdrukken
(v)
(sentimento)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
onderdrukt
onderdrukt
onderdrukken
onderdrukte
onderdrukten
|
ritenere
(v)
(considerare)
|
beschouwen als
(v)
(considerare)
|
ritenere
(v)
(probabilità)
|
aannemen
(v)
(probabilità)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
aangenomen
neemt aan
nemen aan
nam aan
namen aan
|
ritenere
(v)
(tenere)
|
vasthouden
(v)
(tenere)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
vastgehouden
houdt vast
houden vast
hielden vast
hield vast
|
ritenere
(v)
(generale)
|
achten
(v)
(generale)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
geacht
acht
achten
achtten
achtte
|
ritenere
(v)
(opinione)
|
waarderen
(v)
(opinione)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
gewaardeerd
waardeert
waarderen
waardeerde
waardeerden
|
ritenere
(v)
(opinione)
|
onderstellen
(v)
(opinione)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
ondersteld
onderstelt
onderstellen
onderstelden
onderstelde
|
ritenere
(v)
(sentimento)
|
vasthouden
(v)
(sentimento)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
vastgehouden
houdt vast
houden vast
hielden vast
hield vast
|
ritenere
(v)
(diritto)
|
aanzien voor
(v)
(diritto)
|
ritenere
(v)
(considerare)
|
oordelen
(v)
(considerare)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
geöordeeld
oordeelt
oordelen
oordeelden
oordeelde
|
ritenere
(v)
(generale)
|
beschouwen als
(v)
(generale)
|
ritenere
(v)
(probabilità)
|
geloven
(v)
(probabilità)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
geloofd
geloven
gelooft
geloofde
geloofden
|
ritenere
(v)
(diritto)
|
beschouwen als
(v)
(diritto)
|
ritenere
(v)
(opinione)
|
schatten
(v)
(opinione)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
geschat
schatten
schat
schatten
schatte
|
ritenere
(v)
(opinione)
|
aannemen
(v)
(opinione)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
aangenomen
neemt aan
nemen aan
nam aan
namen aan
|
ritenere
(v)
(cibo)
|
binnenhouden
(v)
(cibo)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
binnengehouden
houden binnen
houdt binnen
hield binnen
hielden binnen
|
ritenere
(v)
(considerare)
|
vinden
(v)
(considerare)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
gevonden
vinden
vindt
vond
vonden
|
ritenere
(v)
(generale)
|
aanzien voor
(v)
(generale)
|
ritenere
(v)
(tenere)
|
tegenhouden
(v)
(tenere)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
tegengehouden
houden tegen
houdt tegen
hielden tegen
hield tegen
|
ritenere
(v)
(generale)
|
menen
(v)
(generale)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
gemeend
menen
meent
meenden
meende
|
ritenere
(v)
(opinione)
|
geloven
(v)
(opinione)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
geloofd
geloven
gelooft
geloofde
geloofden
|
ritenere
(v)
(opinione)
|
vermoeden
(n)
(v)
(opinione)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
vermoed
vermoedt
vermoeden
vermoedden
vermoedde
|
ritenere
(v)
(diritto)
|
achten
(v)
(diritto)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
geacht
acht
achten
achtten
achtte
|
ritenere
(v)
(diritto)
|
vinden
(v)
(diritto)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
gevonden
vinden
vindt
vond
vonden
|
ritenere
(v)
(considerare)
|
houden voor
(v)
(considerare)
|
ritenere
(v)
(probabilità)
|
vermoeden
(n)
(v)
(probabilità)
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
vermoed
vermoedt
vermoeden
vermoedden
vermoedde
|
ritenere
(v)
(importanza)
|
rekenen tot
(v)
(importanza)
|