rispondere
(v)
(lettera)
|
antwoorden
(v)
(lettera)
|
rispondendo
rispondi
rispondono
rispondevano
rispondevi
|
geantwoord
antwoorden
antwoordt
antwoordden
antwoordde
|
rispondere
(v)
(lettera)
|
terugschrijven
(v)
(lettera)
|
rispondendo
rispondi
rispondono
rispondevano
rispondevi
|
teruggeschreven
schrijven terug
schrijft terug
schreven terug
schreef terug
|
rispondere
(v)
(generale)
|
antwoorden
(v)
(generale)
|
rispondendo
rispondi
rispondono
rispondevano
rispondevi
|
geantwoord
antwoorden
antwoordt
antwoordden
antwoordde
|
rispondere
(v)
(domanda)
|
terugschrijven
(v)
(domanda)
|
rispondendo
rispondi
rispondono
rispondevano
rispondevi
|
teruggeschreven
schrijven terug
schrijft terug
schreven terug
schreef terug
|
rispondere
(v)
(generale)
|
terugschrijven
(v)
(generale)
|
rispondendo
rispondi
rispondono
rispondevano
rispondevi
|
teruggeschreven
schrijven terug
schrijft terug
schreven terug
schreef terug
|
rispondere
(v)
(domanda)
|
antwoorden
(v)
(domanda)
|
rispondendo
rispondi
rispondono
rispondevano
rispondevi
|
geantwoord
antwoorden
antwoordt
antwoordden
antwoordde
|