pubblicizzare
(v)
(annunciare)
|
aankondigen
(v)
(annunciare)
|
pubblicizzando
pubblicizzano
pubblicizzi
pubblicizzavano
pubblicizzavi
|
aangekondigd
kondigen aan
kondigt aan
kondigden aan
kondigde aan
|
pubblicizzare
(v)
(pubblicità)
|
promoten
(v)
(pubblicità)
|
pubblicizzando
pubblicizzano
pubblicizzi
pubblicizzavano
pubblicizzavi
|
gepromoot
promoten
promoot
promootte
promootten
|
pubblicizzare
(v)
(annunciare)
|
bekendmaken
(v)
(annunciare)
|
pubblicizzando
pubblicizzano
pubblicizzi
pubblicizzavano
pubblicizzavi
|
bekendgemaakt
maakt bekend
maken bekend
maakte bekend
maakten bekend
|
pubblicizzare
(v)
(affari - finanze)
|
reclame maken
(v)
(affari - finanze)
|
pubblicizzare
(v)
(annunciare)
|
ruchtbaar maken
(v)
(annunciare)
|
pubblicizzare
(v)
(affari - finanze)
|
adverteren
(v)
(affari - finanze)
|
pubblicizzando
pubblicizzano
pubblicizzi
pubblicizzavano
pubblicizzavi
|
geadverteerd
adverteren
adverteert
adverteerden
adverteerde
|
pubblicizzare
(v)
(annunciare)
|
openbaar maken
(v)
(annunciare)
|
pubblicizzare
(v)
(annunciare)
|
adverteren
(v)
(annunciare)
|
pubblicizzando
pubblicizzano
pubblicizzi
pubblicizzavano
pubblicizzavi
|
geadverteerd
adverteren
adverteert
adverteerden
adverteerde
|
pubblicizzare
(v)
(pubblicità)
|
reclame maken voor
(v)
(pubblicità)
|