porre
(v)
(oggetti)
|
zetten
(v)
(oggetti)
|
ponendo
pongono
poni
ponevano
ponevi
|
gezet
zet
zetten
zette
zetten
|
porre
(v)
(domanda)
|
neerleggen
(v)
(domanda)
|
ponendo
pongono
poni
ponevano
ponevi
|
neergelegd
legt neer
leggen neer
legde neer
legden neer
|
porre
(v)
(domanda)
|
naar voren brengen
(v)
(domanda)
|
porre
(v)
(oggetti)
|
leggen
(n)
(v)
(oggetti)
|
ponendo
pongono
poni
ponevano
ponevi
|
gelegd
legt
leggen
legden
legde
|
porre
(v)
(posizione)
|
zetten
(v)
(posizione)
|
ponendo
pongono
poni
ponevano
ponevi
|
gezet
zet
zetten
zette
zetten
|
porre
(v)
(posizione)
|
plaatsen
(v)
(posizione)
|
ponendo
pongono
poni
ponevano
ponevi
|
geplaatst
plaatst
plaatsen
plaatsten
plaatste
|
porre
(v)
(problema)
|
vormen
(v)
(problema)
|
ponendo
pongono
poni
ponevano
ponevi
|
gevormd
vormen
vormt
vormden
vormde
|
porre
(v)
(oggetti)
|
planten
(v)
(oggetti)
|
ponendo
pongono
poni
ponevano
ponevi
|
geplant
planten
plant
plantte
plantten
|
porre
(v)
(domanda)
|
ter sprake brengen
(v)
(domanda)
|
porre
(v)
(posizione)
|
stellen
(v)
(posizione)
|
ponendo
pongono
poni
ponevano
ponevi
|
gesteld
stelt
stellen
stelde
stelden
|
porre
(v)
(posizione)
|
naar voren brengen
(v)
(posizione)
|
porre
(v)
(posizione)
|
neerleggen
(v)
(posizione)
|
ponendo
pongono
poni
ponevano
ponevi
|
neergelegd
legt neer
leggen neer
legde neer
legden neer
|
porre
(v)
(domanda)
|
aansnijden
(v)
(domanda)
|
ponendo
pongono
poni
ponevano
ponevi
|
aangesneden
snijdt aan
snijden aan
sneed aan
sneden aan
|
porre
(v)
(oggetti)
|
steken
(v)
(oggetti)
|
ponendo
pongono
poni
ponevano
ponevi
|
gestoken
steken
steekt
stak
staken
|
porre
(v)
(domanda)
|
voorleggen
(v)
(domanda)
|
ponendo
pongono
poni
ponevano
ponevi
|
voorgelegd
legt voor
leggen voor
legden voor
legde voor
|
porre
(v)
(posizione)
|
voorleggen
(v)
(posizione)
|
ponendo
pongono
poni
ponevano
ponevi
|
voorgelegd
legt voor
leggen voor
legden voor
legde voor
|
porre
(v)
(oggetti)
|
plaatsen
(v)
(oggetti)
|
ponendo
pongono
poni
ponevano
ponevi
|
geplaatst
plaatst
plaatsen
plaatsten
plaatste
|
porre
(v)
(posizione)
|
leggen
(n)
(v)
(posizione)
|
ponendo
pongono
poni
ponevano
ponevi
|
gelegd
legt
leggen
legden
legde
|
porre
(v)
(domanda)
|
stellen
(v)
(domanda)
|
ponendo
pongono
poni
ponevano
ponevi
|
gesteld
stelt
stellen
stelde
stelden
|
porre
(v)
(oggetti)
|
neerleggen
(v)
(oggetti)
|
ponendo
pongono
poni
ponevano
ponevi
|
neergelegd
legt neer
leggen neer
legde neer
legden neer
|
porre
(v)
(domanda)
|
leggen
(n)
(v)
(domanda)
|
ponendo
pongono
poni
ponevano
ponevi
|
gelegd
legt
leggen
legden
legde
|
porre
(v)
(problema)
|
stellen voor
(v)
(problema)
|