Pagare — Italiano Olandese traduzione32 traduzioni trovati

pagare (v) (denaro) bekostigen (v) (denaro)
pagare (v) (debito) bijpassen (v) (debito)
pagare (v) (debito) aanzuiveren (v) (debito)
pagare (v) (impiego) iemand een salaris betalen (v) (impiego)
pagare (v) (denaro) bijpassen (v) (denaro)
pagare (v) (pagamento) de rekening betalen (v) (pagamento)
pagare (v) (debito) afbetalen (v) (debito)
pagare (v) (differenza) bijpassen (v) (differenza)
pagare (v) (pagamento) vergoeden (v) (pagamento)
pagare (v) (denaro) betalen voor (v) (denaro)
pagare (v) (ammontare) uitkeren (v) (ammontare)
pagare (v) (debito) betalen (v) (debito)
pagare (v) (impiego) iemand bezoldigen (v) (impiego)
pagare (v) (denaro) bijleggen (v) (denaro)
pagare (v) (denaro) vereffenen (v) (denaro)
pagare (v) (debito) vereffenen (v) (debito)
pagare (v) (differenza) bijleggen (v) (differenza)
pagare (v) (impiego) iemand betalen (v) (impiego)
pagare (v) (sborsare) betalen (v) (sborsare)
pagare (v) (ammontare) uitbetalen (v) (ammontare)
pagare (v) (debito) voldoen (v) (debito)
pagare (v) (invito) trakteren (v) (invito)
pagare (v) (pagamento) salariëren (v) (pagamento)
pagare (v) (denaro) betalen (v) (denaro)
pagare (v) (debito) bijleggen (v) (debito)
pagare (v) (differenza) vereffenen (v) (differenza)
pagare (v) (impiego) iemand salariëren (v) (impiego)
pagare (v) (sborsare) uitbetalen (v) (sborsare)
pagare (v) (pagamento) afrekenen (v) (pagamento)
pagare (v) (debito) aflossen (v) (debito)
pagare (v) (differenza) betalen (v) (differenza)
pagare (v) (pagamento) bezoldigen (v) (pagamento)
Pagare Esempi51 Esempio trovati
andarsene senza pagare lo scotto er ongestraft van afkomen
andarsene senza pagare lo scotto er ongestraft afkomen
far pagare aanrekenen
far pagare meno del dovuto te weinig berekenen
fare pagare vergelden met
fare pagare betaald zetten met
fare pagare vergelden
fare pagare wreken
fare pagare troppo teveel rekenen
fare pagare troppo teveel in rekening brengen
fare pagare troppo overvragen
fare pagare un supplemento a een toeslag laten betalen
fare pagare un supplemento a extra laten betalen
pagare come cauzione een waarborg storten
pagare il conto de consumptie betalen
pagare il conto de vertering betalen
pagare il conto de rekening betalen
pagare il conto di qualcuno iemands rekening betalen
pagare il conto di qualcuno iemand vrijhouden
pagare in anticipo een voorschot geven
pagare in anticipo voorschieten
pagare in anticipo vooruitbetalen
pagare in anticipo voorafbetalen
pagare in anticipo vooruitbetalen
pagare le conseguenze di qualcosa ervoor moeten opdraaien
pagare le conseguenze di qualcosa ervoor moeten boeten
pagare le conseguenze di qualcosa het moeten ontgelden
pagare le consumazioni de consumptie betalen
pagare le consumazioni de vertering betalen
pagare le consumazioni de rekening betalen
pagare per betalen
pagare per betalen voor
pagare per boeten voor
pagare per opdraaien voor
pagare per betalen
pagare per betalen voor
pagare per boeten voor
pagare per bancogiro overschrijven
pagare per bancogiro overmaken
pagare per bancogiro gireren
pagare per giroconto overschrijven
pagare per giroconto overmaken
pagare per giroconto gireren
pagare per qualcosa ervoor moeten opdraaien
pagare per qualcosa ervoor moeten boeten
pagare per qualcosa het moeten ontgelden
pagare per qualcuno iemands rekening betalen
pagare per qualcuno iemand vrijhouden
pagare troppo te veel betalen
rifiutare di pagare weigeren
rifiutare di pagare niet honoreren
Tradurre Pagare in altre lingue
Tradurre pagare in Inglese
Tradurre pagare in Tedesco
Tradurre pagare in Francese
Tradurre pagare in Spagnolo
Tradurre pagare in Portoghese
Tradurre pagare in Sloveno
Tradurre pagare in Polacco
Tradurre pagare in Ceco