ostruire
(v)
(passaggio)
|
stopzetten
(v)
(passaggio)
|
ostruendo
ostruisci
ostruiscono
ostruivano
ostruivi
|
stopgezet
zetten stop
zet stop
zette stop
zetten stop
|
ostruire
(v)
(traffico)
|
versperren
(v)
(traffico)
|
ostruendo
ostruisci
ostruiscono
ostruivano
ostruivi
|
versperd
verspert
versperren
versperde
versperden
|
ostruire
(v)
(passaggio)
|
versperren
(v)
(passaggio)
|
ostruendo
ostruisci
ostruiscono
ostruivano
ostruivi
|
versperd
verspert
versperren
versperde
versperden
|
ostruire
(v)
(passaggio)
|
ophouden
(n)
(v)
(passaggio)
|
ostruendo
ostruisci
ostruiscono
ostruivano
ostruivi
|
opgehouden
houdt op
houden op
hield op
hielden op
|
ostruire
(v)
(traffico)
|
blokkeren
(n)
(v)
(traffico)
|
ostruendo
ostruisci
ostruiscono
ostruivano
ostruivi
|
geblokkeerd
blokkeren
blokkeert
blokkeerden
blokkeerde
|
ostruire
(v)
(passaggio)
|
blokkeren
(n)
(v)
(passaggio)
|
ostruendo
ostruisci
ostruiscono
ostruivano
ostruivi
|
geblokkeerd
blokkeren
blokkeert
blokkeerden
blokkeerde
|
ostruire
(v)
(traffico)
|
ophouden
(n)
(v)
(traffico)
|
ostruendo
ostruisci
ostruiscono
ostruivano
ostruivi
|
opgehouden
houdt op
houden op
hield op
hielden op
|
ostruire
(v)
(generale)
|
afsluiten
(v)
(generale)
|
ostruendo
ostruisci
ostruiscono
ostruivano
ostruivi
|
afgesloten
sluit af
sluiten af
sloot af
sloten af
|
ostruire
(v)
(traffico)
|
stopzetten
(v)
(traffico)
|
ostruendo
ostruisci
ostruiscono
ostruivano
ostruivi
|
stopgezet
zetten stop
zet stop
zette stop
zetten stop
|
ostruire
(v)
(generale)
|
afdichten
(v)
(generale)
|
ostruendo
ostruisci
ostruiscono
ostruivano
ostruivi
|
afgedicht
dichten af
dicht af
dichtte af
dichtten af
|