nascondere
(m)
(n)
(occultamento)
|
verberging
(f)
(n)
(occultamento)
|
nascondere
(m)
(n)
(occultamento)
|
verschuiling
(f)
(n)
(occultamento)
|
nascondere
(m)
(v)
(verità)
|
stilhouden
(v)
(verità)
|
nascondendo
nascondi
nascondono
nascondevano
nascondevi
|
stilgehouden
houden stil
houdt stil
hield stil
hielden stil
|
nascondere
(m)
(v)
(affare)
|
verdoezelen
(v)
(affare)
|
nascondendo
nascondi
nascondono
nascondevano
nascondevi
|
verdoezeld
verdoezelen
verdoezelt
verdoezelde
verdoezelden
|
nascondere
(m)
(v)
(affare)
|
doodzwijgen
(v)
(affare)
|
nascondendo
nascondi
nascondono
nascondevano
nascondevi
|
doodgezwegen
zwijgen dood
zwijgt dood
zweeg dood
zwegen dood
|
nascondere
(m)
(v)
(oggetti)
|
wegmoffelen
(v)
(oggetti)
|
nascondendo
nascondi
nascondono
nascondevano
nascondevi
|
weggemoffeld
moffelt weg
moffelen weg
moffelden weg
moffelde weg
|
nascondere
(m)
(v)
(veduta)
|
aan het gezicht onttrekken
(v)
(veduta)
|
nascondere
(m)
(v)
(verità)
|
verdoezelen
(v)
(verità)
|
nascondendo
nascondi
nascondono
nascondevano
nascondevi
|
verdoezeld
verdoezelen
verdoezelt
verdoezelde
verdoezelden
|
nascondere
(m)
(v)
(verità)
|
in de doofpot steken
(v)
(verità)
|
nascondere
(m)
(v)
(veduta)
|
wegmoffelen
(v)
(veduta)
|
nascondendo
nascondi
nascondono
nascondevano
nascondevi
|
weggemoffeld
moffelt weg
moffelen weg
moffelden weg
moffelde weg
|
nascondere
(m)
(v)
(oggetti)
|
verbergen
(n)
(v)
(oggetti)
|
nascondendo
nascondi
nascondono
nascondevano
nascondevi
|
verborgen
verbergt
verbergen
verborgen
verborg
|
nascondere
(m)
(v)
(veduta)
|
verbergen
(n)
(v)
(veduta)
|
nascondendo
nascondi
nascondono
nascondevano
nascondevi
|
verborgen
verbergt
verbergen
verborgen
verborg
|
nascondere
(m)
(v)
(affare)
|
in de doofpot steken
(v)
(affare)
|
nascondere
(m)
(v)
(verità)
|
geheimhouden
(v)
(verità)
|
nascondendo
nascondi
nascondono
nascondevano
nascondevi
|
geheimgehouden
houdt geheim
houden geheim
hield geheim
hielden geheim
|
nascondere
(m)
(v)
(oggetti)
|
wegstoppen
(v)
(oggetti)
|
nascondendo
nascondi
nascondono
nascondevano
nascondevi
|
weggestopt
stopt weg
stoppen weg
stopte weg
stopten weg
|
nascondere
(m)
(v)
(veduta)
|
verstoppen
(n)
(v)
(veduta)
|
nascondendo
nascondi
nascondono
nascondevano
nascondevi
|
verstopt
verstopt
verstoppen
verstopte
verstopten
|
nascondere
(m)
(v)
(oggetti)
|
aan het gezicht onttrekken
(v)
(oggetti)
|
nascondere
(m)
(v)
(veduta)
|
wegstoppen
(v)
(veduta)
|
nascondendo
nascondi
nascondono
nascondevano
nascondevi
|
weggestopt
stopt weg
stoppen weg
stopte weg
stopten weg
|
nascondere
(m)
(v)
(affare)
|
stilhouden
(v)
(affare)
|
nascondendo
nascondi
nascondono
nascondevano
nascondevi
|
stilgehouden
houden stil
houdt stil
hield stil
hielden stil
|
nascondere
(m)
(v)
(verità)
|
verzwijgen
(v)
(verità)
|
nascondendo
nascondi
nascondono
nascondevano
nascondevi
|
verzwegen
verzwijgt
verzwijgen
verzwegen
verzweeg
|
nascondere
(m)
(v)
(oggetti)
|
verstoppen
(n)
(v)
(oggetti)
|
nascondendo
nascondi
nascondono
nascondevano
nascondevi
|
verstopt
verstopt
verstoppen
verstopte
verstopten
|