mettere
(v)
(differenza)
|
betalen
(v)
(differenza)
|
mettendo
metti
mettono
mettevano
mettevi
|
betaald
betaalt
betalen
betaalde
betaalden
|
mettere
(v)
(applicare)
|
inwrijven
(v)
(applicare)
|
mettendo
metti
mettono
mettevano
mettevi
|
ingewreven
wrijven in
wrijft in
wreef in
wreven in
|
mettere
(v)
(applicare)
|
opleggen
(n)
(v)
(applicare)
|
mettendo
metti
mettono
mettevano
mettevi
|
opgelegd
legt op
leggen op
legde op
legden op
|
mettere
(v)
(movimento)
|
plaatsen
(v)
(movimento)
|
mettendo
metti
mettono
mettevano
mettevi
|
geplaatst
plaatst
plaatsen
plaatsten
plaatste
|
mettere
(v)
(differenza)
|
bijleggen
(v)
(differenza)
|
mettendo
metti
mettono
mettevano
mettevi
|
bijgelegd
leggen bij
legt bij
legde bij
legden bij
|
mettere
(v)
(oggetti)
|
steken
(v)
(oggetti)
|
mettendo
metti
mettono
mettevano
mettevi
|
gestoken
steken
steekt
stak
staken
|
mettere
(v)
(trasporto pubblico)
|
inleggen
(v)
(trasporto pubblico)
|
mettendo
metti
mettono
mettevano
mettevi
|
ingelegd
legt in
leggen in
legden in
legde in
|
mettere
(v)
(oggetti)
|
plaatsen
(v)
(oggetti)
|
mettendo
metti
mettono
mettevano
mettevi
|
geplaatst
plaatst
plaatsen
plaatsten
plaatste
|
mettere
(v)
(pavimento)
|
leggen
(n)
(v)
(pavimento)
|
mettendo
metti
mettono
mettevano
mettevi
|
gelegd
legt
leggen
legden
legde
|
mettere
(v)
(oggetti)
|
planten
(v)
(oggetti)
|
mettendo
metti
mettono
mettevano
mettevi
|
geplant
planten
plant
plantte
plantten
|
mettere
(v)
(denaro)
|
pompen in
(v)
(denaro)
|
mettere
(v)
(differenza)
|
bijpassen
(v)
(differenza)
|
mettendo
metti
mettono
mettevano
mettevi
|
bijgepast
passen bij
past bij
pasten bij
paste bij
|
mettere
(v)
(oggetti)
|
zetten
(v)
(oggetti)
|
mettendo
metti
mettono
mettevano
mettevi
|
gezet
zet
zetten
zette
zetten
|
mettere
(v)
(applicare)
|
aanbrengen
(v)
(applicare)
|
mettendo
metti
mettono
mettevano
mettevi
|
aangebracht
brengen aan
brengt aan
bracht aan
brachten aan
|
mettere
(v)
(oggetti)
|
leggen
(n)
(v)
(oggetti)
|
mettendo
metti
mettono
mettevano
mettevi
|
gelegd
legt
leggen
legden
legde
|
mettere
(v)
(movimento)
|
zetten
(v)
(movimento)
|
mettendo
metti
mettono
mettevano
mettevi
|
gezet
zet
zetten
zette
zetten
|