mandare
(v)
(generale)
|
sturen
(v)
(generale)
|
mandando
mandano
mandi
mandavano
mandavi
|
gestuurd
stuurt
sturen
stuurde
stuurden
|
mandare
(v)
(direzione)
|
zenden
(v)
(direzione)
|
mandando
mandano
mandi
mandavano
mandavi
|
gezonden
zendt
zenden
zond
zonden
|
mandare
(v)
(persona)
|
wegsturen
(n)
(v)
(persona)
|
mandando
mandano
mandi
mandavano
mandavi
|
weggestuurd
sturen weg
stuurt weg
stuurden weg
stuurde weg
|
mandare
(v)
(istruzione)
|
zenden
(v)
(istruzione)
|
mandando
mandano
mandi
mandavano
mandavi
|
gezonden
zendt
zenden
zond
zonden
|
mandare
(v)
(odorare)
|
afgeven
(v)
(odorare)
|
mandando
mandano
mandi
mandavano
mandavi
|
afgegeven
geven af
geeft af
gaven af
gaf af
|
mandare
(v)
(generale)
|
zenden
(v)
(generale)
|
mandando
mandano
mandi
mandavano
mandavi
|
gezonden
zendt
zenden
zond
zonden
|
mandare
(v)
(gente)
|
doorsturen naar
(v)
(gente)
|
mandare
(v)
(pagamento)
|
doorsturen naar
(v)
(pagamento)
|
mandare
(v)
(generale)
|
verwijzen naar
(v)
(generale)
|
mandare
(v)
(direzione)
|
sturen
(v)
(direzione)
|
mandando
mandano
mandi
mandavano
mandavi
|
gestuurd
stuurt
sturen
stuurde
stuurden
|
mandare
(v)
(persona)
|
sturen
(v)
(persona)
|
mandando
mandano
mandi
mandavano
mandavi
|
gestuurd
stuurt
sturen
stuurde
stuurden
|
mandare
(v)
(istruzione)
|
wegsturen
(n)
(v)
(istruzione)
|
mandando
mandano
mandi
mandavano
mandavi
|
weggestuurd
sturen weg
stuurt weg
stuurden weg
stuurde weg
|
mandare
(v)
(generale)
|
overmaken
(v)
(generale)
|
mandando
mandano
mandi
mandavano
mandavi
|
overgemaakt
maakt over
maken over
maakte over
maakten over
|
mandare
(v)
(generale)
|
verwijzen
(v)
(generale)
|
mandando
mandano
mandi
mandavano
mandavi
|
verwezen
verwijst
verwijzen
verwezen
verwees
|
mandare
(v)
(pagamento)
|
verwijzen
(v)
(pagamento)
|
mandando
mandano
mandi
mandavano
mandavi
|
verwezen
verwijst
verwijzen
verwezen
verwees
|
mandare
(v)
(gente)
|
verwijzen
(v)
(gente)
|
mandando
mandano
mandi
mandavano
mandavi
|
verwezen
verwijst
verwijzen
verwezen
verwees
|
mandare
(v)
(generale)
|
doorsturen
(v)
(generale)
|
mandando
mandano
mandi
mandavano
mandavi
|
doorgestuurd
stuurt door
sturen door
stuurden door
stuurde door
|
mandare
(v)
(gente)
|
verwijzen naar
(v)
(gente)
|
mandare
(v)
(persona)
|
zenden
(v)
(persona)
|
mandando
mandano
mandi
mandavano
mandavi
|
gezonden
zendt
zenden
zond
zonden
|
mandare
(v)
(istruzione)
|
sturen
(v)
(istruzione)
|
mandando
mandano
mandi
mandavano
mandavi
|
gestuurd
stuurt
sturen
stuurde
stuurden
|
mandare
(v)
(generale)
|
doorsturen naar
(v)
(generale)
|
mandare
(v)
(generale)
|
wegsturen
(n)
(v)
(generale)
|
mandando
mandano
mandi
mandavano
mandavi
|
weggestuurd
sturen weg
stuurt weg
stuurden weg
stuurde weg
|
mandare
(v)
(pagamento)
|
overmaken
(v)
(pagamento)
|
mandando
mandano
mandi
mandavano
mandavi
|
overgemaakt
maakt over
maken over
maakte over
maakten over
|
mandare
(v)
(gente)
|
doorsturen
(v)
(gente)
|
mandando
mandano
mandi
mandavano
mandavi
|
doorgestuurd
stuurt door
sturen door
stuurden door
stuurde door
|
mandare
(v)
(odorare)
|
verspreiden
(v)
(odorare)
|
mandando
mandano
mandi
mandavano
mandavi
|
verspreid
verspreiden
verspreidt
verspreidde
verspreidden
|
mandare
(v)
(direzione)
|
wegsturen
(n)
(v)
(direzione)
|
mandando
mandano
mandi
mandavano
mandavi
|
weggestuurd
sturen weg
stuurt weg
stuurden weg
stuurde weg
|
mandare
(v)
(gente)
|
overmaken
(v)
(gente)
|
mandando
mandano
mandi
mandavano
mandavi
|
overgemaakt
maakt over
maken over
maakte over
maakten over
|
mandare
(v)
(pagamento)
|
verwijzen naar
(v)
(pagamento)
|