lasciare
(v)
(amore)
|
de bons geven
(v)
(amore)
|
lasciare
(v)
(abbandonare)
|
er de brui aan geven
(v)
(abbandonare)
|
lasciare
(v)
(pezzo)
|
laten
(v)
(pezzo)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
gelaten
laten
laat
lieten
liet
|
lasciare
(v)
(posta)
|
afgeven
(v)
(posta)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
afgegeven
geven af
geeft af
gaven af
gaf af
|
lasciare
(v)
(effettuare consegne a domicilio)
|
afleveren
(v)
(effettuare consegne a domicilio)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
afgeleverd
levert af
leveren af
leverden af
leverde af
|
lasciare
(v)
(messaggio)
|
afgeven
(v)
(messaggio)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
afgegeven
geven af
geeft af
gaven af
gaf af
|
lasciare
(v)
(attività)
|
ermee ophouden
(v)
(attività)
|
lasciare
(v)
(permesso)
|
veroorloven
(v)
(permesso)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
veroorloofd
veroorlooft
veroorloven
veroorloofden
veroorloofde
|
lasciare
(v)
(abbandonare)
|
achterlaten
(v)
(abbandonare)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
achtergelaten
laten achter
laat achter
lieten achter
liet achter
|
lasciare
(v)
(oggetti)
|
laten
(v)
(oggetti)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
gelaten
laten
laat
lieten
liet
|
lasciare
(v)
(dimenticare)
|
laten
(v)
(dimenticare)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
gelaten
laten
laat
lieten
liet
|
lasciare
(v)
(pezzo)
|
toelaten
(v)
(pezzo)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
toegelaten
laten toe
laat toe
liet toe
lieten toe
|
lasciare
(v)
(attività)
|
verlaten
(n)
(v)
(attività)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
verlaat
verlaat
verlaten
verlaatte
verlaatten
|
lasciare
(v)
(relazione)
|
in de steek laten
(n)
(v)
(relazione)
|
lasciare
(v)
(amore)
|
dumpen
(v)
(amore)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
gedumpt
dumpt
dumpen
dumpten
dumpte
|
lasciare
(v)
(abbandonare)
|
ermee ophouden
(v)
(abbandonare)
|
lasciare
(v)
(eredità)
|
afgeven
(v)
(eredità)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
afgegeven
geven af
geeft af
gaven af
gaf af
|
lasciare
(v)
(tempo)
|
laten staan
(v)
(tempo)
|
lasciare
(v)
(dimenticare)
|
laten staan
(v)
(dimenticare)
|
lasciare
(v)
(relazione)
|
weggaan van
(v)
(relazione)
|
lasciare
(v)
(attività)
|
er de brui aan geven
(v)
(attività)
|
lasciare
(v)
(permesso)
|
toelaten
(v)
(permesso)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
toegelaten
laten toe
laat toe
liet toe
lieten toe
|
lasciare
(v)
(oggetti)
|
laten staan
(v)
(oggetti)
|
lasciare
(v)
(tempo)
|
laten
(v)
(tempo)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
gelaten
laten
laat
lieten
liet
|
lasciare
(v)
(eredità)
|
nalaten
(v)
(eredità)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
nagelaten
laat na
laten na
lieten na
liet na
|
lasciare
(v)
(pezzo)
|
toestaan
(v)
(pezzo)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
toegestaan
staan toe
staat toe
stond toe
stonden toe
|
lasciare
(v)
(attività)
|
achterlaten
(v)
(attività)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
achtergelaten
laten achter
laat achter
lieten achter
liet achter
|
lasciare
(v)
(relazione)
|
achterlaten
(v)
(relazione)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
achtergelaten
laten achter
laat achter
lieten achter
liet achter
|
lasciare
(v)
(amore)
|
aan de kant zetten
(v)
(amore)
|
lasciare
(v)
(permesso)
|
overlaten
(v)
(permesso)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
overgelaten
laten over
laat over
lieten over
liet over
|
lasciare
(v)
(abbandonare)
|
in de steek laten
(n)
(v)
(abbandonare)
|
lasciare
(v)
(eredità)
|
achterlaten
(v)
(eredità)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
achtergelaten
laten achter
laat achter
lieten achter
liet achter
|
lasciare
(v)
(tempo)
|
laten liggen
(v)
(tempo)
|
lasciare
(v)
(dimenticare)
|
laten liggen
(v)
(dimenticare)
|
lasciare
(v)
(permesso)
|
toestaan
(v)
(permesso)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
toegestaan
staan toe
staat toe
stond toe
stonden toe
|
lasciare
(v)
(luogo)
|
vertrekken
(n)
(v)
(luogo)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
vertrokken
vertrekt
vertrekken
vertrokken
vertrok
|
lasciare
(v)
(messaggio)
|
nalaten
(v)
(messaggio)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
nagelaten
laat na
laten na
lieten na
liet na
|
lasciare
(v)
(oggetti)
|
laten liggen
(v)
(oggetti)
|
lasciare
(v)
(abbandonare)
|
weggaan van
(v)
(abbandonare)
|
lasciare
(v)
(pezzo)
|
overlaten
(v)
(pezzo)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
overgelaten
laten over
laat over
lieten over
liet over
|
lasciare
(v)
(posta)
|
achterlaten
(v)
(posta)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
achtergelaten
laten achter
laat achter
lieten achter
liet achter
|
lasciare
(v)
(attività)
|
in de steek laten
(n)
(v)
(attività)
|
lasciare
(v)
(relazione)
|
verlaten
(n)
(v)
(relazione)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
verlaat
verlaat
verlaten
verlaatte
verlaatten
|
lasciare
(v)
(posta)
|
nalaten
(v)
(posta)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
nagelaten
laat na
laten na
lieten na
liet na
|
lasciare
(v)
(permesso)
|
laten
(v)
(permesso)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
gelaten
laten
laat
lieten
liet
|
lasciare
(v)
(abbandonare)
|
verlaten
(n)
(v)
(abbandonare)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
verlaat
verlaat
verlaten
verlaatte
verlaatten
|
lasciare
(v)
(oggetti)
|
achterlaten
(v)
(oggetti)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
achtergelaten
laten achter
laat achter
lieten achter
liet achter
|
lasciare
(v)
(effettuare consegne a domicilio)
|
afzetten
(n)
(v)
(effettuare consegne a domicilio)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
afgezet
zetten af
zet af
zetten af
zette af
|
lasciare
(v)
(pezzo)
|
veroorloven
(v)
(pezzo)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
veroorloofd
veroorlooft
veroorloven
veroorloofden
veroorloofde
|
lasciare
(v)
(luogo)
|
weggaan
(n)
(v)
(luogo)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
weggegaan
gaat weg
gaan weg
ging weg
gingen weg
|
lasciare
(v)
(messaggio)
|
achterlaten
(v)
(messaggio)
|
lasciando
lasci
lasciano
lasciavano
lasciavi
|
achtergelaten
laten achter
laat achter
lieten achter
liet achter
|