inzuppare
(v)
(infradiciare)
|
doordrenken
(v)
(infradiciare)
|
inzuppando
inzuppano
inzuppi
inzuppavano
inzuppavi
|
doordrenkt
doordrenken
doordrenkt
doordrenkten
doordrenkte
|
inzuppare
(v)
(generale)
|
kletsnat maken
(v)
(generale)
|
inzuppare
(v)
(generale)
|
drenken
(v)
(generale)
|
inzuppando
inzuppano
inzuppi
inzuppavano
inzuppavi
|
gedrenkt
drenkt
drenken
drenkte
drenkten
|
inzuppare
(v)
(infradiciare)
|
soppen
(v)
(infradiciare)
|
inzuppando
inzuppano
inzuppi
inzuppavano
inzuppavi
|
gesopt
soppen
sopt
sopte
sopten
|
inzuppare
(v)
(generale)
|
dopen
(v)
(generale)
|
inzuppando
inzuppano
inzuppi
inzuppavano
inzuppavi
|
gedoopt
doopt
dopen
doopten
doopte
|
inzuppare
(v)
(infradiciare)
|
drenken
(v)
(infradiciare)
|
inzuppando
inzuppano
inzuppi
inzuppavano
inzuppavi
|
gedrenkt
drenkt
drenken
drenkte
drenkten
|
inzuppare
(v)
(generale)
|
onderdompelen
(v)
(generale)
|
inzuppando
inzuppano
inzuppi
inzuppavano
inzuppavi
|
ondergedompeld
dompelen onder
dompelt onder
dompelden onder
dompelde onder
|
inzuppare
(v)
(infradiciare)
|
kletsnat maken
(v)
(infradiciare)
|
inzuppare
(v)
(generale)
|
soppen
(v)
(generale)
|
inzuppando
inzuppano
inzuppi
inzuppavano
inzuppavi
|
gesopt
soppen
sopt
sopte
sopten
|
inzuppare
(v)
(infradiciare)
|
doorweken
(n)
(v)
(infradiciare)
|
inzuppando
inzuppano
inzuppi
inzuppavano
inzuppavi
|
doorweekt
doorweken
doorweekt
doorweekten
doorweekte
|
inzuppare
(v)
(generale)
|
doordrenken
(v)
(generale)
|
inzuppando
inzuppano
inzuppi
inzuppavano
inzuppavi
|
doordrenkt
doordrenken
doordrenkt
doordrenkten
doordrenkte
|
inzuppare
(v)
(generale)
|
doorweken
(n)
(v)
(generale)
|
inzuppando
inzuppano
inzuppi
inzuppavano
inzuppavi
|
doorweekt
doorweken
doorweekt
doorweekten
doorweekte
|