investire
(v)
(incidente)
|
omverrijden
(v)
(incidente)
|
investendo
investi
investono
investivano
investivi
|
omvergereden
rijden omver
rijdt omver
reden omver
reed omver
|
investire
(v)
(automobili)
|
overrijden
(v)
(automobili)
|
investendo
investi
investono
investivano
investivi
|
overreden
overrijden
overrijdt
overreden
overreed
|
investire
(v)
(incidente)
|
overrijden
(v)
(incidente)
|
investendo
investi
investono
investivano
investivi
|
overreden
overrijden
overrijdt
overreden
overreed
|
investire
(v)
(automobili)
|
omverrijden
(v)
(automobili)
|
investendo
investi
investono
investivano
investivi
|
omvergereden
rijden omver
rijdt omver
reden omver
reed omver
|
investire
(v)
(finanze)
|
investeren
(v)
(finanze)
|
investendo
investi
investono
investivano
investivi
|
geïnvesteerd
investeert
investeren
investeerde
investeerden
|
investire
(v)
(incidente)
|
aanrijden
(v)
(incidente)
|
investendo
investi
investono
investivano
investivi
|
aangereden
rijden aan
rijdt aan
reden aan
reed aan
|
investire
(v)
(finanze)
|
beleggen
(n)
(v)
(finanze)
|
investendo
investi
investono
investivano
investivi
|
belegd
beleggen
belegt
belegden
belegde
|