incarnare
(v)
(simboleggiare)
|
personifiëren
(v)
(simboleggiare)
|
incarnare
(v)
(idea)
|
personifiëren
(v)
(idea)
|
incarnare
(v)
(simboleggiare)
|
uitdrukken
(v)
(simboleggiare)
|
incarnando
incarnano
incarni
incarnavano
incarnavi
|
uitgedrukt
drukt uit
drukken uit
drukte uit
drukten uit
|
incarnare
(v)
(idea)
|
verwezenlijken
(v)
(idea)
|
incarnando
incarnano
incarni
incarnavano
incarnavi
|
verwezenlijkt
verwezenlijken
verwezenlijkt
verwezenlijkte
verwezenlijkten
|
incarnare
(v)
(idea)
|
uitdrukken
(v)
(idea)
|
incarnando
incarnano
incarni
incarnavano
incarnavi
|
uitgedrukt
drukt uit
drukken uit
drukte uit
drukten uit
|
incarnare
(v)
(simboleggiare)
|
belichamen
(v)
(simboleggiare)
|
incarnando
incarnano
incarni
incarnavano
incarnavi
|
belichaamd
belichaamt
belichamen
belichaamden
belichaamde
|
incarnare
(v)
(idea)
|
verpersoonlijken
(v)
(idea)
|
incarnando
incarnano
incarni
incarnavano
incarnavi
|
verpersoonlijkt
verpersoonlijkt
verpersoonlijken
verpersoonlijkte
verpersoonlijkten
|
incarnare
(v)
(idea)
|
realiseren
(v)
(idea)
|
incarnando
incarnano
incarni
incarnavano
incarnavi
|
gerealiseerd
realiseert
realiseren
realiseerde
realiseerden
|
incarnare
(v)
(idea)
|
gestalte geven aan
(v)
(idea)
|
incarnare
(v)
(simboleggiare)
|
vorm geven
(v)
(simboleggiare)
|
incarnare
(v)
(idea)
|
vorm geven
(v)
(idea)
|
incarnare
(v)
(simboleggiare)
|
verpersoonlijken
(v)
(simboleggiare)
|
incarnando
incarnano
incarni
incarnavano
incarnavi
|
verpersoonlijkt
verpersoonlijkt
verpersoonlijken
verpersoonlijkte
verpersoonlijkten
|
incarnare
(v)
(idea)
|
waarmaken
(v)
(idea)
|
incarnando
incarnano
incarni
incarnavano
incarnavi
|
waargemaakt
maakt waar
maken waar
maakte waar
maakten waar
|
incarnare
(v)
(idea)
|
concretiseren
(v)
(idea)
|
incarnando
incarnano
incarni
incarnavano
incarnavi
|
geconcretiseerd
concretiseert
concretiseren
concretiseerde
concretiseerden
|
incarnare
(v)
(idea)
|
belichamen
(v)
(idea)
|
incarnando
incarnano
incarni
incarnavano
incarnavi
|
belichaamd
belichaamt
belichamen
belichaamden
belichaamde
|