fissare
(v)
(prezzi)
|
bevriezen
(v)
(prezzi)
|
fissando
fissano
fissi
fissavano
fissavi
|
bevroren
bevriezen
bevriest
bevroren
bevroor
|
fissare
(v)
(generale)
|
staren
(v)
(generale)
|
fissando
fissano
fissi
fissavano
fissavi
|
gestaard
staart
staren
staarde
staarden
|
fissare
(v)
(attaccare)
|
bevestigen
(v)
(attaccare)
|
fissando
fissano
fissi
fissavano
fissavi
|
bevestigd
bevestigt
bevestigen
bevestigde
bevestigden
|
fissare
(v)
(accordo)
|
specificeren
(v)
(accordo)
|
fissando
fissano
fissi
fissavano
fissavi
|
gespecificeerd
specificeren
specificeert
specificeerde
specificeerden
|
fissare
(v)
(oggetti)
|
staren naar
(v)
(oggetti)
|
fissare
(v)
(gente)
|
staren naar
(v)
(gente)
|
fissare
(v)
(prezzi)
|
blokkeren
(n)
(v)
(prezzi)
|
fissando
fissano
fissi
fissavano
fissavi
|
geblokkeerd
blokkeren
blokkeert
blokkeerden
blokkeerde
|
fissare
(v)
(accordo)
|
vastleggen
(v)
(accordo)
|
fissando
fissano
fissi
fissavano
fissavi
|
vastgelegd
leggen vast
legt vast
legden vast
legde vast
|
fissare
(v)
(tempo)
|
bepalen
(v)
(tempo)
|
fissando
fissano
fissi
fissavano
fissavi
|
bepaald
bepaalt
bepalen
bepaalde
bepaalden
|
fissare
(v)
(accordo)
|
vaststellen
(v)
(accordo)
|
fissando
fissano
fissi
fissavano
fissavi
|
vastgesteld
stellen vast
stelt vast
stelde vast
stelden vast
|
fissare
(v)
(tempo)
|
vastleggen
(v)
(tempo)
|
fissando
fissano
fissi
fissavano
fissavi
|
vastgelegd
leggen vast
legt vast
legden vast
legde vast
|
fissare
(v)
(attaccare)
|
vasthechten
(v)
(attaccare)
|
fissando
fissano
fissi
fissavano
fissavi
|
vastgehecht
hecht vast
hechten vast
hechtten vast
hechtte vast
|
fissare
(v)
(accordo)
|
bepalen
(v)
(accordo)
|
fissando
fissano
fissi
fissavano
fissavi
|
bepaald
bepaalt
bepalen
bepaalde
bepaalden
|
fissare
(v)
(falegnameria)
|
vastklemmen
(n)
(v)
(falegnameria)
|
fissando
fissano
fissi
fissavano
fissavi
|
vastgeklemd
klemt vast
klemmen vast
klemde vast
klemden vast
|
fissare
(v)
(tempo)
|
vaststellen
(v)
(tempo)
|
fissando
fissano
fissi
fissavano
fissavi
|
vastgesteld
stellen vast
stelt vast
stelde vast
stelden vast
|
fissare
(v)
(fotografia)
|
fixeren
(n)
(v)
(fotografia)
|
fissando
fissano
fissi
fissavano
fissavi
|
gefixeerd
fixeren
fixeert
fixeerden
fixeerde
|
fissare
(v)
(tempo)
|
specificeren
(v)
(tempo)
|
fissando
fissano
fissi
fissavano
fissavi
|
gespecificeerd
specificeren
specificeert
specificeerde
specificeerden
|
fissare
(v)
(attaccare)
|
vastmaken
(v)
(attaccare)
|
fissando
fissano
fissi
fissavano
fissavi
|
vastgemaakt
maken vast
maakt vast
maakten vast
maakte vast
|
fissare
(v)
(generale)
|
vaststellen
(v)
(generale)
|
fissando
fissano
fissi
fissavano
fissavi
|
vastgesteld
stellen vast
stelt vast
stelde vast
stelden vast
|
fissare
(v)
(oggetti)
|
aanstaren
(v)
(oggetti)
|
fissando
fissano
fissi
fissavano
fissavi
|
aangestaard
staart aan
staren aan
staarde aan
staarden aan
|
fissare
(v)
(gente)
|
aanstaren
(v)
(gente)
|
fissando
fissano
fissi
fissavano
fissavi
|
aangestaard
staart aan
staren aan
staarde aan
staarden aan
|