emettere
(v)
(fisica)
|
afgeven
(v)
(fisica)
|
emettendo
emetti
emettono
emettevano
emettevi
|
afgegeven
geven af
geeft af
gaven af
gaf af
|
emettere
(v)
(politica)
|
aannemen
(v)
(politica)
|
emettendo
emetti
emettono
emettevano
emettevi
|
aangenomen
neemt aan
nemen aan
nam aan
namen aan
|
emettere
(v)
(ordine)
|
aannemen
(v)
(ordine)
|
emettendo
emetti
emettono
emettevano
emettevi
|
aangenomen
neemt aan
nemen aan
nam aan
namen aan
|
emettere
(v)
(leggi)
|
uitvaardigen
(v)
(leggi)
|
emettendo
emetti
emettono
emettevano
emettevi
|
uitgevaardigd
vaardigen uit
vaardigt uit
vaardigden uit
vaardigde uit
|
emettere
(v)
(luce)
|
uitstralen
(v)
(luce)
|
emettendo
emetti
emettono
emettevano
emettevi
|
uitgestraald
straalt uit
stralen uit
straalde uit
straalden uit
|
emettere
(v)
(luce)
|
uitzenden
(v)
(luce)
|
emettendo
emetti
emettono
emettevano
emettevi
|
uitgezonden
zendt uit
zenden uit
zond uit
zonden uit
|
emettere
(v)
(leggi)
|
afkondigen
(v)
(leggi)
|
emettendo
emetti
emettono
emettevano
emettevi
|
afgekondigd
kondigt af
kondigen af
kondigden af
kondigde af
|
emettere
(v)
(fisica)
|
uitstralen
(v)
(fisica)
|
emettendo
emetti
emettono
emettevano
emettevi
|
uitgestraald
straalt uit
stralen uit
straalde uit
straalden uit
|
emettere
(v)
(politica)
|
decreteren
(v)
(politica)
|
emettendo
emetti
emettono
emettevano
emettevi
|
gedecreteerd
decreteren
decreteert
decreteerden
decreteerde
|
emettere
(v)
(ordine)
|
decreteren
(v)
(ordine)
|
emettendo
emetti
emettono
emettevano
emettevi
|
gedecreteerd
decreteren
decreteert
decreteerden
decreteerde
|
emettere
(v)
(leggi)
|
aannemen
(v)
(leggi)
|
emettendo
emetti
emettono
emettevano
emettevi
|
aangenomen
neemt aan
nemen aan
nam aan
namen aan
|
emettere
(v)
(luce)
|
afgeven
(v)
(luce)
|
emettendo
emetti
emettono
emettevano
emettevi
|
afgegeven
geven af
geeft af
gaven af
gaf af
|
emettere
(v)
(politica)
|
afkondigen
(v)
(politica)
|
emettendo
emetti
emettono
emettevano
emettevi
|
afgekondigd
kondigt af
kondigen af
kondigden af
kondigde af
|
emettere
(v)
(ordine)
|
wet maken
(v)
(ordine)
|
emettere
(v)
(politica)
|
wet maken
(v)
(politica)
|
emettere
(v)
(ordine)
|
tot wet verheffen
(v)
(ordine)
|
emettere
(v)
(leggi)
|
decreteren
(v)
(leggi)
|
emettendo
emetti
emettono
emettevano
emettevi
|
gedecreteerd
decreteren
decreteert
decreteerden
decreteerde
|
emettere
(v)
(fisica)
|
uitzenden
(v)
(fisica)
|
emettendo
emetti
emettono
emettevano
emettevi
|
uitgezonden
zendt uit
zenden uit
zond uit
zonden uit
|
emettere
(v)
(politica)
|
uitvaardigen
(v)
(politica)
|
emettendo
emetti
emettono
emettevano
emettevi
|
uitgevaardigd
vaardigen uit
vaardigt uit
vaardigden uit
vaardigde uit
|
emettere
(v)
(ordine)
|
uitvaardigen
(v)
(ordine)
|
emettendo
emetti
emettono
emettevano
emettevi
|
uitgevaardigd
vaardigen uit
vaardigt uit
vaardigden uit
vaardigde uit
|
emettere
(v)
(ordine)
|
afkondigen
(v)
(ordine)
|
emettendo
emetti
emettono
emettevano
emettevi
|
afgekondigd
kondigt af
kondigen af
kondigden af
kondigde af
|
emettere
(v)
(politica)
|
tot wet verheffen
(v)
(politica)
|
emettere
(v)
(leggi)
|
wet maken
(v)
(leggi)
|
emettere
(v)
(leggi)
|
tot wet verheffen
(v)
(leggi)
|