deprezzare
(v)
(valore)
|
afbreken
(v)
(valore)
|
deprezzando
deprezzano
deprezzi
deprezzavano
deprezzavi
|
afgebroken
breekt af
breken af
brak af
braken af
|
deprezzare
(v)
(screditare)
|
afbreken
(v)
(screditare)
|
deprezzando
deprezzano
deprezzi
deprezzavano
deprezzavi
|
afgebroken
breekt af
breken af
brak af
braken af
|
deprezzare
(v)
(finanze)
|
in waarde dalen
(v)
(finanze)
|
deprezzare
(v)
(screditare)
|
geringschatten
(v)
(screditare)
|
deprezzando
deprezzano
deprezzi
deprezzavano
deprezzavi
|
geringgeschat
schat gering
schatten gering
schatten gering
schatte gering
|
deprezzare
(v)
(valore)
|
kleineren
(v)
(valore)
|
deprezzando
deprezzano
deprezzi
deprezzavano
deprezzavi
|
gekleineerd
kleineert
kleineren
kleineerden
kleineerde
|
deprezzare
(v)
(valore)
|
denigreren
(v)
(valore)
|
deprezzando
deprezzano
deprezzi
deprezzavano
deprezzavi
|
gedenigreerd
denigreren
denigreert
denigreerden
denigreerde
|
deprezzare
(v)
(screditare)
|
geringachten
(v)
(screditare)
|
deprezzando
deprezzano
deprezzi
deprezzavano
deprezzavi
|
geringgeacht
achten gering
acht gering
achtten gering
achtte gering
|
deprezzare
(v)
(valore)
|
geringachten
(v)
(valore)
|
deprezzando
deprezzano
deprezzi
deprezzavano
deprezzavi
|
geringgeacht
achten gering
acht gering
achtten gering
achtte gering
|
deprezzare
(v)
(valore)
|
geringschatten
(v)
(valore)
|
deprezzando
deprezzano
deprezzi
deprezzavano
deprezzavi
|
geringgeschat
schat gering
schatten gering
schatten gering
schatte gering
|
deprezzare
(v)
(screditare)
|
denigreren
(v)
(screditare)
|
deprezzando
deprezzano
deprezzi
deprezzavano
deprezzavi
|
gedenigreerd
denigreren
denigreert
denigreerden
denigreerde
|
deprezzare
(v)
(finanze)
|
depreciëren
(v)
(finanze)
|
deprezzare
(v)
(screditare)
|
kleineren
(v)
(screditare)
|
deprezzando
deprezzano
deprezzi
deprezzavano
deprezzavi
|
gekleineerd
kleineert
kleineren
kleineerden
kleineerde
|