credere
(v)
(pensiero)
|
denken
(n)
(v)
(pensiero)
|
credendo
credi
credono
credevano
credevi
|
gedacht
denkt
denken
dacht
dachten
|
credere
(v)
(religione)
|
geloven
(v)
(religione)
|
credendo
credi
credono
credevano
credevi
|
geloofd
geloven
gelooft
geloofde
geloofden
|
credere
(v)
(opinione)
|
schatten
(v)
(opinione)
|
credendo
credi
credono
credevano
credevi
|
geschat
schatten
schat
schatten
schatte
|
credere
(v)
(opinione)
|
bevinden
(v)
(opinione)
|
credendo
credi
credono
credevano
credevi
|
bevonden
bevindt
bevinden
bevonden
bevond
|
credere
(v)
(pensiero)
|
vermoeden
(n)
(v)
(pensiero)
|
credendo
credi
credono
credevano
credevi
|
vermoed
vermoedt
vermoeden
vermoedden
vermoedde
|
credere
(v)
(accettare)
|
aannemen
(v)
(accettare)
|
credendo
credi
credono
credevano
credevi
|
aangenomen
neemt aan
nemen aan
nam aan
namen aan
|
credere
(v)
(opinione)
|
achten
(v)
(opinione)
|
credendo
credi
credono
credevano
credevi
|
geacht
acht
achten
achtten
achtte
|
credere
(v)
(religione)
|
onderstellen
(v)
(religione)
|
credendo
credi
credono
credevano
credevi
|
ondersteld
onderstelt
onderstellen
onderstelden
onderstelde
|
credere
(v)
(accettare)
|
onderstellen
(v)
(accettare)
|
credendo
credi
credono
credevano
credevi
|
ondersteld
onderstelt
onderstellen
onderstelden
onderstelde
|
credere
(v)
(opinione)
|
oordelen
(v)
(opinione)
|
credendo
credi
credono
credevano
credevi
|
geöordeeld
oordeelt
oordelen
oordeelden
oordeelde
|
credere
(v)
(opinione)
|
onderstellen
(v)
(opinione)
|
credendo
credi
credono
credevano
credevi
|
ondersteld
onderstelt
onderstellen
onderstelden
onderstelde
|
credere
(v)
(accettare)
|
geloven
(v)
(accettare)
|
credendo
credi
credono
credevano
credevi
|
geloofd
geloven
gelooft
geloofde
geloofden
|
credere
(v)
(opinione)
|
veronderstellen
(v)
(opinione)
|
credendo
credi
credono
credevano
credevi
|
verondersteld
veronderstelt
veronderstellen
veronderstelden
veronderstelde
|
credere
(v)
(religione)
|
achten
(v)
(religione)
|
credendo
credi
credono
credevano
credevi
|
geacht
acht
achten
achtten
achtte
|
credere
(v)
(accettare)
|
achten
(v)
(accettare)
|
credendo
credi
credono
credevano
credevi
|
geacht
acht
achten
achtten
achtte
|
credere
(v)
(opinione)
|
aannemen
(v)
(opinione)
|
credendo
credi
credono
credevano
credevi
|
aangenomen
neemt aan
nemen aan
nam aan
namen aan
|
credere
(v)
(opinione)
|
geloven
(v)
(opinione)
|
credendo
credi
credono
credevano
credevi
|
geloofd
geloven
gelooft
geloofde
geloofden
|
credere
(v)
(religione)
|
aannemen
(v)
(religione)
|
credendo
credi
credono
credevano
credevi
|
aangenomen
neemt aan
nemen aan
nam aan
namen aan
|
credere
(v)
(opinione)
|
waarde toekennen
(v)
(opinione)
|
credere
(v)
(opinione)
|
waarderen
(v)
(opinione)
|
credendo
credi
credono
credevano
credevi
|
gewaardeerd
waardeert
waarderen
waardeerde
waardeerden
|
credere
(v)
(religione)
|
veronderstellen
(v)
(religione)
|
credendo
credi
credono
credevano
credevi
|
verondersteld
veronderstelt
veronderstellen
veronderstelden
veronderstelde
|
credere
(v)
(accettare)
|
veronderstellen
(v)
(accettare)
|
credendo
credi
credono
credevano
credevi
|
verondersteld
veronderstelt
veronderstellen
veronderstelden
veronderstelde
|