correggere
(v)
(situazione)
|
weer goedmaken
(v)
(situazione)
|
correggere
(v)
(errore)
|
rechtzetten
(v)
(errore)
|
correggendo
correggi
correggono
correggevano
correggevi
|
rechtgezet
zet recht
zetten recht
zette recht
zetten recht
|
correggere
(v)
(pubblicazione)
|
emenderen
(v)
(pubblicazione)
|
correggendo
correggi
correggono
correggevano
correggevi
|
geëmendeerd
emenderen
emendeert
emendeerden
emendeerde
|
correggere
(v)
(errore)
|
ongedaan maken
(v)
(errore)
|
correggere
(v)
(pubblicazione)
|
verbeteren
(v)
(pubblicazione)
|
correggendo
correggi
correggono
correggevano
correggevi
|
verbeterd
verbeteren
verbetert
verbeterden
verbeterde
|
correggere
(v)
(errore)
|
rectificeren
(v)
(errore)
|
correggendo
correggi
correggono
correggevano
correggevi
|
gerectificeerd
rectificeren
rectificeert
rectificeerden
rectificeerde
|
correggere
(v)
(errore)
|
het weer goed maken
(v)
(errore)
|
correggere
(v)
(errore)
|
verbeteren
(v)
(errore)
|
correggendo
correggi
correggono
correggevano
correggevi
|
verbeterd
verbeteren
verbetert
verbeterden
verbeterde
|
correggere
(v)
(pubblicazione)
|
corrigeren
(v)
(pubblicazione)
|
correggendo
correggi
correggono
correggevano
correggevi
|
gecorrigeerd
corrigeren
corrigeert
corrigeerden
corrigeerde
|
correggere
(v)
(errore)
|
corrigeren
(v)
(errore)
|
correggendo
correggi
correggono
correggevano
correggevi
|
gecorrigeerd
corrigeren
corrigeert
corrigeerden
corrigeerde
|
correggere
(v)
(situazione)
|
herstellen
(n)
(v)
(situazione)
|
correggendo
correggi
correggono
correggevano
correggevi
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
correggere
(v)
(errore)
|
herstellen
(n)
(v)
(errore)
|
correggendo
correggi
correggono
correggevano
correggevi
|
hersteld
herstelt
herstellen
herstelde
herstelden
|
correggere
(v)
(errore)
|
boeten voor
(v)
(errore)
|
correggere
(v)
(errore)
|
emenderen
(v)
(errore)
|
correggendo
correggi
correggono
correggevano
correggevi
|
geëmendeerd
emenderen
emendeert
emendeerden
emendeerde
|