convocare
(v)
(conferenza)
|
samenroepen
(v)
(conferenza)
|
convocando
convocano
convochi
convocavano
convocavi
|
samengeroepen
roepen samen
roept samen
riepen samen
riep samen
|
convocare
(v)
(chiamare)
|
ontbieden
(v)
(chiamare)
|
convocando
convocano
convochi
convocavano
convocavi
|
ontboden
ontbiedt
ontbieden
ontbood
ontboden
|
convocare
(v)
(conferenza)
|
oproepen
(v)
(conferenza)
|
convocando
convocano
convochi
convocavano
convocavi
|
opgeroepen
roepen op
roept op
riep op
riepen op
|
convocare
(v)
(chiamare)
|
samenroepen
(v)
(chiamare)
|
convocando
convocano
convochi
convocavano
convocavi
|
samengeroepen
roepen samen
roept samen
riepen samen
riep samen
|
convocare
(v)
(conferenza)
|
bijeenroepen
(v)
(conferenza)
|
convocando
convocano
convochi
convocavano
convocavi
|
bijeengeroepen
roepen bijeen
roept bijeen
riepen bijeen
riep bijeen
|
convocare
(v)
(chiamare)
|
bijeenroepen
(v)
(chiamare)
|
convocando
convocano
convochi
convocavano
convocavi
|
bijeengeroepen
roepen bijeen
roept bijeen
riepen bijeen
riep bijeen
|
convocare
(v)
(conferenza)
|
ontbieden
(v)
(conferenza)
|
convocando
convocano
convochi
convocavano
convocavi
|
ontboden
ontbiedt
ontbieden
ontbood
ontboden
|
convocare
(v)
(chiamare)
|
oproepen
(v)
(chiamare)
|
convocando
convocano
convochi
convocavano
convocavi
|
opgeroepen
roepen op
roept op
riep op
riepen op
|