conservare
(v)
(generi alimentari)
|
conserveren
(v)
(generi alimentari)
|
conservando
conservano
conservi
conservavano
conservavi
|
geconserveerd
conserveren
conserveert
conserveerden
conserveerde
|
conservare
(v)
(generale)
|
sparen
(v)
(generale)
|
conservando
conservano
conservi
conservavano
conservavi
|
gespaard
spaart
sparen
spaarden
spaarde
|
conservare
(v)
(possessione)
|
intact houden
(v)
(possessione)
|
conservare
(v)
(generale)
|
bewaren
(v)
(generale)
|
conservando
conservano
conservi
conservavano
conservavi
|
bewaard
bewaren
bewaart
bewaarde
bewaarden
|
conservare
(v)
(generi alimentari)
|
intact houden
(v)
(generi alimentari)
|
conservare
(v)
(cibo)
|
bewaren
(v)
(cibo)
|
conservando
conservano
conservi
conservavano
conservavi
|
bewaard
bewaren
bewaart
bewaarde
bewaarden
|
conservare
(v)
(reputazione)
|
redden
(v)
(reputazione)
|
conservando
conservano
conservi
conservavano
conservavi
|
gered
redden
redt
redde
redden
|
conservare
(v)
(generale)
|
bezuinigen
(v)
(generale)
|
conservando
conservano
conservi
conservavano
conservavi
|
bezuinigd
bezuinigen
bezuinigt
bezuinigde
bezuinigden
|
conservare
(v)
(situazione)
|
conserveren
(v)
(situazione)
|
conservando
conservano
conservi
conservavano
conservavi
|
geconserveerd
conserveren
conserveert
conserveerden
conserveerde
|
conservare
(v)
(situazione)
|
handhaven
(v)
(situazione)
|
conservando
conservano
conservi
conservavano
conservavi
|
gehandhaafd
handhaaft
handhaven
handhaafde
handhaafden
|
conservare
(v)
(situazione)
|
behouden
(v)
(situazione)
|
conservando
conservano
conservi
conservavano
conservavi
|
behouden
behouden
behoudt
behielden
behield
|
conservare
(v)
(generale)
|
spaarzaam zijn
(v)
(generale)
|
conservare
(v)
(possessione)
|
behouden
(v)
(possessione)
|
conservando
conservano
conservi
conservavano
conservavi
|
behouden
behouden
behoudt
behielden
behield
|
conservare
(v)
(risparmiare)
|
zuinig omspringen met
(v)
(risparmiare)
|
conservare
(v)
(generi alimentari)
|
handhaven
(v)
(generi alimentari)
|
conservando
conservano
conservi
conservavano
conservavi
|
gehandhaafd
handhaaft
handhaven
handhaafde
handhaafden
|
conservare
(v)
(risparmiare)
|
spaarzaam zijn
(v)
(risparmiare)
|
conservare
(v)
(possessione)
|
bewaren
(v)
(possessione)
|
conservando
conservano
conservi
conservavano
conservavi
|
bewaard
bewaren
bewaart
bewaarde
bewaarden
|
conservare
(v)
(mummificare)
|
conserveren
(v)
(mummificare)
|
conservando
conservano
conservi
conservavano
conservavi
|
geconserveerd
conserveren
conserveert
conserveerden
conserveerde
|
conservare
(v)
(situazione)
|
verduurzamen
(v)
(situazione)
|
conservando
conservano
conservi
conservavano
conservavi
|
verduurzaamd
verduurzaamt
verduurzamen
verduurzaamden
verduurzaamde
|
conservare
(v)
(situazione)
|
in stand houden
(v)
(situazione)
|
conservare
(v)
(situazione)
|
bewaren
(v)
(situazione)
|
conservando
conservano
conservi
conservavano
conservavi
|
bewaard
bewaren
bewaart
bewaarde
bewaarden
|
conservare
(v)
(possessione)
|
in stand houden
(v)
(possessione)
|
conservare
(v)
(risparmiare)
|
sparen
(v)
(risparmiare)
|
conservando
conservano
conservi
conservavano
conservavi
|
gespaard
spaart
sparen
spaarden
spaarde
|
conservare
(v)
(generi alimentari)
|
bewaren
(v)
(generi alimentari)
|
conservando
conservano
conservi
conservavano
conservavi
|
bewaard
bewaren
bewaart
bewaarde
bewaarden
|
conservare
(v)
(risparmiare)
|
bezuinigen
(v)
(risparmiare)
|
conservando
conservano
conservi
conservavano
conservavi
|
bezuinigd
bezuinigen
bezuinigt
bezuinigde
bezuinigden
|
conservare
(v)
(generi alimentari)
|
verduurzamen
(v)
(generi alimentari)
|
conservando
conservano
conservi
conservavano
conservavi
|
verduurzaamd
verduurzaamt
verduurzamen
verduurzaamden
verduurzaamde
|
conservare
(v)
(generale)
|
zuinig omspringen met
(v)
(generale)
|
conservare
(v)
(risparmiare)
|
opzij leggen
(v)
(risparmiare)
|
conservare
(v)
(generi alimentari)
|
in stand houden
(v)
(generi alimentari)
|
conservare
(v)
(corpo)
|
conserveren
(v)
(corpo)
|
conservando
conservano
conservi
conservavano
conservavi
|
geconserveerd
conserveren
conserveert
conserveerden
conserveerde
|
conservare
(v)
(possessione)
|
handhaven
(v)
(possessione)
|
conservando
conservano
conservi
conservavano
conservavi
|
gehandhaafd
handhaaft
handhaven
handhaafde
handhaafden
|
conservare
(v)
(generale)
|
opzij leggen
(v)
(generale)
|
conservare
(v)
(situazione)
|
intact houden
(v)
(situazione)
|
conservare
(v)
(risparmiare)
|
bewaren
(v)
(risparmiare)
|
conservando
conservano
conservi
conservavano
conservavi
|
bewaard
bewaren
bewaart
bewaarde
bewaarden
|