conferire
(v)
(premio)
|
adjudiceren
(v)
(premio)
|
conferendo
conferisci
conferiscono
conferivano
conferivi
|
geadjudiceerd
adjudiceren
adjudiceert
adjudiceerden
adjudiceerde
|
conferire
(v)
(generale)
|
beraadslagen
(v)
(generale)
|
conferendo
conferisci
conferiscono
conferivano
conferivi
|
beraadslaagd
beraadslagen
beraadslaagt
beraadslaagden
beraadslaagde
|
conferire
(v)
(accordare)
|
schenken
(n)
(v)
(accordare)
|
conferendo
conferisci
conferiscono
conferivano
conferivi
|
geschonken
schenken
schenkt
schonk
schonken
|
conferire
(v)
(premio)
|
uitreiken
(v)
(premio)
|
conferendo
conferisci
conferiscono
conferivano
conferivi
|
uitgereikt
reikt uit
reiken uit
reikten uit
reikte uit
|
conferire
(v)
(titolo)
|
overhandigen
(v)
(titolo)
|
conferendo
conferisci
conferiscono
conferivano
conferivi
|
overhandigd
overhandigt
overhandigen
overhandigden
overhandigde
|
conferire
(v)
(diritto)
|
toekennen aan
(v)
(diritto)
|
conferire
(v)
(premio)
|
schenken
(n)
(v)
(premio)
|
conferendo
conferisci
conferiscono
conferivano
conferivi
|
geschonken
schenken
schenkt
schonk
schonken
|
conferire
(v)
(premio)
|
toewijzen
(v)
(premio)
|
conferendo
conferisci
conferiscono
conferivano
conferivi
|
toegewezen
wijzen toe
wijst toe
wees toe
wezen toe
|
conferire
(v)
(diritto)
|
toekennen
(v)
(diritto)
|
conferendo
conferisci
conferiscono
conferivano
conferivi
|
toegekend
kent toe
kennen toe
kenden toe
kende toe
|
conferire
(v)
(premio)
|
overhandigen
(v)
(premio)
|
conferendo
conferisci
conferiscono
conferivano
conferivi
|
overhandigd
overhandigt
overhandigen
overhandigden
overhandigde
|
conferire
(v)
(titolo)
|
verlenen
(n)
(v)
(titolo)
|
conferendo
conferisci
conferiscono
conferivano
conferivi
|
verleend
verleent
verlenen
verleende
verleenden
|
conferire
(v)
(diritto)
|
toewijzen
(v)
(diritto)
|
conferendo
conferisci
conferiscono
conferivano
conferivi
|
toegewezen
wijzen toe
wijst toe
wees toe
wezen toe
|
conferire
(v)
(premio)
|
verlenen
(n)
(v)
(premio)
|
conferendo
conferisci
conferiscono
conferivano
conferivi
|
verleend
verleent
verlenen
verleende
verleenden
|
conferire
(v)
(premio)
|
toekennen
(v)
(premio)
|
conferendo
conferisci
conferiscono
conferivano
conferivi
|
toegekend
kent toe
kennen toe
kenden toe
kende toe
|
conferire
(v)
(diritto)
|
adjudiceren
(v)
(diritto)
|
conferendo
conferisci
conferiscono
conferivano
conferivi
|
geadjudiceerd
adjudiceren
adjudiceert
adjudiceerden
adjudiceerde
|
conferire
(v)
(titolo)
|
toekennen
(v)
(titolo)
|
conferendo
conferisci
conferiscono
conferivano
conferivi
|
toegekend
kent toe
kennen toe
kenden toe
kende toe
|
conferire
(v)
(premio)
|
toekennen aan
(v)
(premio)
|
conferire
(v)
(titolo)
|
schenken
(n)
(v)
(titolo)
|
conferendo
conferisci
conferiscono
conferivano
conferivi
|
geschonken
schenken
schenkt
schonk
schonken
|
conferire
(v)
(accordare)
|
verlenen
(n)
(v)
(accordare)
|
conferendo
conferisci
conferiscono
conferivano
conferivi
|
verleend
verleent
verlenen
verleende
verleenden
|
conferire
(v)
(generale)
|
confereren
(v)
(generale)
|
conferendo
conferisci
conferiscono
conferivano
conferivi
|
geconfereerd
confereren
confereert
confereerden
confereerde
|
conferire
(v)
(titolo)
|
uitreiken
(v)
(titolo)
|
conferendo
conferisci
conferiscono
conferivano
conferivi
|
uitgereikt
reikt uit
reiken uit
reikten uit
reikte uit
|
conferire
(v)
(titolo)
|
toewijzen
(v)
(titolo)
|
conferendo
conferisci
conferiscono
conferivano
conferivi
|
toegewezen
wijzen toe
wijst toe
wees toe
wezen toe
|