completare
(v)
(riempire)
|
invullen
(v)
(riempire)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
ingevuld
vult in
vullen in
vulde in
vulden in
|
completare
(v)
(compito)
|
afwerken
(v)
(compito)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
afgewerkt
werkt af
werken af
werkte af
werkten af
|
completare
(v)
(lavoro)
|
de laatste hand leggen aan
(v)
(lavoro)
|
completare
(v)
(conferenza)
|
voltooien
(v)
(conferenza)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
voltooid
voltooit
voltooien
voltooiden
voltooide
|
completare
(v)
(compiere)
|
tot stand brengen
(v)
(compiere)
|
completare
(v)
(conferenza)
|
afwerken
(v)
(conferenza)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
afgewerkt
werkt af
werken af
werkte af
werkten af
|
completare
(v)
(lavoro)
|
afronden
(n)
(v)
(lavoro)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
afgerond
ronden af
rondt af
rondden af
rondde af
|
completare
(v)
(compito)
|
tot een einde brengen
(v)
(compito)
|
completare
(v)
(ammontare)
|
beëindigen
(v)
(ammontare)
|
completare
(v)
(finire)
|
afwerken
(v)
(finire)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
afgewerkt
werkt af
werken af
werkte af
werkten af
|
completare
(v)
(lavoro)
|
beëindigen
(v)
(lavoro)
|
completare
(v)
(generale)
|
completeren
(v)
(generale)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
gecompleteerd
completeert
completeren
completeerden
completeerde
|
completare
(v)
(riempire)
|
beëindigen
(v)
(riempire)
|
completare
(v)
(compito)
|
bekronen
(v)
(compito)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
bekroond
bekronen
bekroont
bekroonde
bekroonden
|
completare
(v)
(compiere)
|
komen tot
(v)
(compiere)
|
completare
(v)
(finire)
|
afronden
(n)
(v)
(finire)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
afgerond
ronden af
rondt af
rondden af
rondde af
|
completare
(v)
(finire)
|
vervullen
(v)
(finire)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
vervuld
vervullen
vervult
vervulden
vervulde
|
completare
(v)
(compito)
|
volbrengen
(v)
(compito)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
volbracht
volbrengen
volbrengt
volbracht
volbrachten
|
completare
(v)
(ammontare)
|
aanvullen
(n)
(v)
(ammontare)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
aangevuld
vullen aan
vult aan
vulden aan
vulde aan
|
completare
(v)
(finire)
|
completeren
(v)
(finire)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
gecompleteerd
completeert
completeren
completeerden
completeerde
|
completare
(v)
(compito)
|
beëindigen
(v)
(compito)
|
completare
(v)
(finire)
|
aanvullen
(n)
(v)
(finire)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
aangevuld
vullen aan
vult aan
vulden aan
vulde aan
|
completare
(v)
(riempire)
|
aanvullen
(n)
(v)
(riempire)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
aangevuld
vullen aan
vult aan
vulden aan
vulde aan
|
completare
(v)
(generale)
|
tot een einde brengen
(v)
(generale)
|
completare
(v)
(compiere)
|
realiseren
(v)
(compiere)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
gerealiseerd
realiseert
realiseren
realiseerde
realiseerden
|
completare
(v)
(conferenza)
|
afronden
(n)
(v)
(conferenza)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
afgerond
ronden af
rondt af
rondden af
rondde af
|
completare
(v)
(compiere)
|
verwezenlijken
(v)
(compiere)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
verwezenlijkt
verwezenlijken
verwezenlijkt
verwezenlijkte
verwezenlijkten
|
completare
(v)
(conferenza)
|
afmaken
(v)
(conferenza)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
afgemaakt
maakt af
maken af
maakte af
maakten af
|
completare
(v)
(lavoro)
|
verrichten
(v)
(lavoro)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
verricht
verricht
verrichten
verrichtte
verrichtten
|
completare
(v)
(compito)
|
afronden
(n)
(v)
(compito)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
afgerond
ronden af
rondt af
rondden af
rondde af
|
completare
(v)
(ammontare)
|
de laatste hand leggen aan
(v)
(ammontare)
|
completare
(v)
(finire)
|
verrichten
(v)
(finire)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
verricht
verricht
verrichten
verrichtte
verrichtten
|
completare
(v)
(generale)
|
invullen
(v)
(generale)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
ingevuld
vult in
vullen in
vulde in
vulden in
|
completare
(v)
(lavoro)
|
bekronen
(v)
(lavoro)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
bekroond
bekronen
bekroont
bekroonde
bekroonden
|
completare
(v)
(riempire)
|
de laatste hand leggen aan
(v)
(riempire)
|
completare
(v)
(generale)
|
beëindigen
(v)
(generale)
|
completare
(v)
(lavoro)
|
een einde maken aan
(v)
(lavoro)
|
completare
(v)
(conferenza)
|
tot een einde brengen
(v)
(conferenza)
|
completare
(v)
(finire)
|
volbrengen
(v)
(finire)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
volbracht
volbrengen
volbrengt
volbracht
volbrachten
|
completare
(v)
(finire)
|
voltooien
(v)
(finire)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
voltooid
voltooit
voltooien
voltooiden
voltooide
|
completare
(v)
(ammontare)
|
vervolledigen
(v)
(ammontare)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
vervolledigd
vervolledigen
vervolledigt
vervolledigden
vervolledigde
|
completare
(v)
(lavoro)
|
voltooien
(v)
(lavoro)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
voltooid
voltooit
voltooien
voltooiden
voltooide
|
completare
(v)
(compito)
|
de laatste hand leggen aan
(v)
(compito)
|
completare
(v)
(generale)
|
aanvullen
(n)
(v)
(generale)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
aangevuld
vullen aan
vult aan
vulden aan
vulde aan
|
completare
(v)
(finire)
|
een einde maken aan
(v)
(finire)
|
completare
(v)
(riempire)
|
vervolledigen
(v)
(riempire)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
vervolledigd
vervolledigen
vervolledigt
vervolledigden
vervolledigde
|
completare
(v)
(generale)
|
afronden
(n)
(v)
(generale)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
afgerond
ronden af
rondt af
rondden af
rondde af
|
completare
(v)
(compiere)
|
erachter komen
(v)
(compiere)
|
completare
(v)
(conferenza)
|
beëindigen
(v)
(conferenza)
|
completare
(v)
(compiere)
|
bereiken
(n)
(v)
(compiere)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
bereikt
bereikt
bereiken
bereikten
bereikte
|
completare
(v)
(conferenza)
|
de laatste hand leggen aan
(v)
(conferenza)
|
completare
(v)
(lavoro)
|
afmaken
(v)
(lavoro)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
afgemaakt
maakt af
maken af
maakte af
maakten af
|
completare
(v)
(compito)
|
voltooien
(v)
(compito)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
voltooid
voltooit
voltooien
voltooiden
voltooide
|
completare
(v)
(ammontare)
|
afronden
(n)
(v)
(ammontare)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
afgerond
ronden af
rondt af
rondden af
rondde af
|
completare
(v)
(finire)
|
uitvoeren
(n)
(v)
(finire)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
uitgevoerd
voeren uit
voert uit
voerde uit
voerden uit
|
completare
(v)
(compito)
|
afmaken
(v)
(compito)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
afgemaakt
maakt af
maken af
maakte af
maakten af
|
completare
(v)
(finire)
|
tot een einde brengen
(v)
(finire)
|
completare
(v)
(riempire)
|
afronden
(n)
(v)
(riempire)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
afgerond
ronden af
rondt af
rondden af
rondde af
|
completare
(v)
(generale)
|
de laatste hand leggen aan
(v)
(generale)
|
completare
(v)
(lavoro)
|
tot een einde brengen
(v)
(lavoro)
|
completare
(v)
(conferenza)
|
een einde maken aan
(v)
(conferenza)
|
completare
(v)
(lavoro)
|
afwerken
(v)
(lavoro)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
afgewerkt
werkt af
werken af
werkte af
werkten af
|
completare
(v)
(finire)
|
bekronen
(v)
(finire)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
bekroond
bekronen
bekroont
bekroonde
bekroonden
|
completare
(v)
(ammontare)
|
completeren
(v)
(ammontare)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
gecompleteerd
completeert
completeren
completeerden
completeerde
|
completare
(v)
(lavoro)
|
uitvoeren
(n)
(v)
(lavoro)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
uitgevoerd
voeren uit
voert uit
voerde uit
voerden uit
|
completare
(v)
(compito)
|
verrichten
(v)
(compito)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
verricht
verricht
verrichten
verrichtte
verrichtten
|
completare
(v)
(ammontare)
|
tot een einde brengen
(v)
(ammontare)
|
completare
(v)
(finire)
|
beëindigen
(v)
(finire)
|
completare
(v)
(riempire)
|
completeren
(v)
(riempire)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
gecompleteerd
completeert
completeren
completeerden
completeerde
|
completare
(v)
(generale)
|
vervolledigen
(v)
(generale)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
vervolledigd
vervolledigen
vervolledigt
vervolledigden
vervolledigde
|
completare
(v)
(riempire)
|
tot een einde brengen
(v)
(riempire)
|
completare
(v)
(compito)
|
een einde maken aan
(v)
(compito)
|
completare
(v)
(compiere)
|
achterhalen
(v)
(compiere)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
achterhaald
achterhalen
achterhaalt
achterhaalde
achterhaalden
|
completare
(v)
(finire)
|
afmaken
(v)
(finire)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
afgemaakt
maakt af
maken af
maakte af
maakten af
|
completare
(v)
(finire)
|
invullen
(v)
(finire)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
ingevuld
vult in
vullen in
vulde in
vulden in
|
completare
(v)
(compito)
|
uitvoeren
(n)
(v)
(compito)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
uitgevoerd
voeren uit
voert uit
voerde uit
voerden uit
|
completare
(v)
(ammontare)
|
invullen
(v)
(ammontare)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
ingevuld
vult in
vullen in
vulde in
vulden in
|
completare
(v)
(finire)
|
vervolledigen
(v)
(finire)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
vervolledigd
vervolledigen
vervolledigt
vervolledigden
vervolledigde
|
completare
(v)
(compito)
|
vervullen
(v)
(compito)
|
completando
completano
completi
completavano
completavi
|
vervuld
vervullen
vervult
vervulden
vervulde
|
completare
(v)
(finire)
|
de laatste hand leggen aan
(v)
(finire)
|