coincidere
(v)
(opinione)
|
corresponderen
(v)
(opinione)
|
coincidendo
coincidi
coincidono
coincidevano
coincidevi
|
gecorrespondeerd
corresponderen
correspondeert
correspondeerden
correspondeerde
|
coincidere
(v)
(accadere contemporaneamente)
|
samenvallen
(n)
(v)
(accadere contemporaneamente)
|
coincidendo
coincidi
coincidono
coincidevano
coincidevi
|
samengevallen
vallen samen
vielen samen
|
coincidere
(v)
(opinione)
|
identiek zijn
(v)
(opinione)
|
coincidere
(v)
(accadere contemporaneamente)
|
gelijktijdig plaatshebben
(v)
(accadere contemporaneamente)
|
coincidere
(v)
(accadere contemporaneamente)
|
tegelijk gebeuren
(v)
(accadere contemporaneamente)
|
coincidere
(v)
(opinione)
|
overeenstemmen
(v)
(opinione)
|
coincidendo
coincidi
coincidono
coincidevano
coincidevi
|
overeengestemd
stemt overeen
stemmen overeen
stemde overeen
stemden overeen
|
coincidere
(v)
(accadere contemporaneamente)
|
tegelijkertijd gebeuren
(v)
(accadere contemporaneamente)
|
coincidere
(v)
(opinione)
|
overeenkomen
(n)
(v)
(opinione)
|
coincidendo
coincidi
coincidono
coincidevano
coincidevi
|
overeengekomen
komt overeen
komen overeen
kwamen overeen
kwam overeen
|
coincidere
(v)
(accadere contemporaneamente)
|
terzelfder tijd gebeuren
(v)
(accadere contemporaneamente)
|