attestare
(v)
(dichiarare ufficialmente)
|
attesteren
(v)
(dichiarare ufficialmente)
|
attestando
attestano
attesti
attestavano
attestavi
|
geattesteerd
attesteert
attesteren
attesteerden
attesteerde
|
attestare
(v)
(informazione)
|
certifiëren
(v)
(informazione)
|
attestare
(v)
(dichiarare ufficialmente)
|
garanderen
(v)
(dichiarare ufficialmente)
|
attestando
attestano
attesti
attestavano
attestavi
|
gegarandeerd
garanderen
garandeert
garandeerden
garandeerde
|
attestare
(v)
(informazione)
|
garanderen
(v)
(informazione)
|
attestando
attestano
attesti
attestavano
attestavi
|
gegarandeerd
garanderen
garandeert
garandeerden
garandeerde
|
attestare
(v)
(documento)
|
waarmerken
(v)
(documento)
|
attestando
attestano
attesti
attestavano
attestavi
|
gewaarmerkt
waarmerkt
waarmerken
waarmerkte
waarmerkten
|
attestare
(v)
(provare)
|
bewijzen
(v)
(provare)
|
attestando
attestano
attesti
attestavano
attestavi
|
bewezen
bewijzen
bewijst
bewezen
bewees
|
attestare
(v)
(informazione)
|
attesteren
(v)
(informazione)
|
attestando
attestano
attesti
attestavano
attestavi
|
geattesteerd
attesteert
attesteren
attesteerden
attesteerde
|
attestare
(v)
(dichiarare ufficialmente)
|
bevestigen
(v)
(dichiarare ufficialmente)
|
attestando
attestano
attesti
attestavano
attestavi
|
bevestigd
bevestigt
bevestigen
bevestigde
bevestigden
|
attestare
(v)
(informazione)
|
verzekeren
(v)
(informazione)
|
attestando
attestano
attesti
attestavano
attestavi
|
verzekerd
verzekert
verzekeren
verzekerde
verzekerden
|
attestare
(v)
(documento)
|
certificeren
(v)
(documento)
|
attestando
attestano
attesti
attestavano
attestavi
|
gecertificeerd
certificeren
certificeert
certificeerde
certificeerden
|
attestare
(v)
(provare)
|
een bewijs zijn
(v)
(provare)
|
attestare
(v)
(informazione)
|
bevestigen
(v)
(informazione)
|
attestando
attestano
attesti
attestavano
attestavi
|
bevestigd
bevestigt
bevestigen
bevestigde
bevestigden
|
attestare
(v)
(dichiarare ufficialmente)
|
certificeren
(v)
(dichiarare ufficialmente)
|
attestando
attestano
attesti
attestavano
attestavi
|
gecertificeerd
certificeren
certificeert
certificeerde
certificeerden
|
attestare
(v)
(informazione)
|
certificeren
(v)
(informazione)
|
attestando
attestano
attesti
attestavano
attestavi
|
gecertificeerd
certificeren
certificeert
certificeerde
certificeerden
|
attestare
(v)
(dichiarare ufficialmente)
|
verzekeren
(v)
(dichiarare ufficialmente)
|
attestando
attestano
attesti
attestavano
attestavi
|
verzekerd
verzekert
verzekeren
verzekerde
verzekerden
|
attestare
(v)
(documento)
|
certifiëren
(v)
(documento)
|
attestare
(v)
(dichiarare ufficialmente)
|
certifiëren
(v)
(dichiarare ufficialmente)
|