Assegnare — traduzione Italiano Olandese. Tradurre Assegnare in Olandese

assegnare (v) (compagnia)	benoemen (v) (compagnia)
assegnando assegnano assegni assegnavano assegnavi	benoemd benoemt benoemen benoemden benoemde
assegnare (v) (distribuire)	toebedelen (v) (distribuire)
assegnando assegnano assegni assegnavano assegnavi	toebedeeld bedelen toe bedeelt toe bedeelden toe bedeelde toe
assegnare (v) (ascrivere)	toebedelen (v) (ascrivere)
assegnando assegnano assegni assegnavano assegnavi	toebedeeld bedelen toe bedeelt toe bedeelden toe bedeelde toe
assegnare (v) (premio)	toebedelen (v) (premio)
assegnando assegnano assegni assegnavano assegnavi	toebedeeld bedelen toe bedeelt toe bedeelden toe bedeelde toe
assegnare (v) (diritto)	toekennen aan (v) (diritto)
assegnare (v) (ascrivere)	toeschrijven (v) (ascrivere)
assegnando assegnano assegni assegnavano assegnavi	toegeschreven schrijven toe schrijft toe schreven toe schreef toe
assegnare (v) (ascrivere)	toekennen aan (v) (ascrivere)
assegnare (v) (premio)	toewijzen (v) (premio)
assegnando assegnano assegni assegnavano assegnavi	toegewezen wijzen toe wijst toe wees toe wezen toe
assegnare (v) (diritto)	adjudiceren (v) (diritto)
assegnando assegnano assegni assegnavano assegnavi	geadjudiceerd adjudiceren adjudiceert adjudiceerden adjudiceerde
assegnare (v) (distribuire)	toeschrijven (v) (distribuire)
assegnando assegnano assegni assegnavano assegnavi	toegeschreven schrijven toe schrijft toe schreven toe schreef toe
assegnare (v) (accordare)	schenken (n) (v) (accordare)
assegnando assegnano assegni assegnavano assegnavi	geschonken schenken schenkt schonk schonken
assegnare (v) (premio)	toekennen aan (v) (premio)
assegnare (v) (compagnia)	aanstellen (v) (compagnia)
assegnando assegnano assegni assegnavano assegnavi	aangesteld stelt aan stellen aan stelde aan stelden aan
assegnare (v) (distribuire)	toewijzen (v) (distribuire)
assegnando assegnano assegni assegnavano assegnavi	toegewezen wijzen toe wijst toe wees toe wezen toe
assegnare (v) (ascrivere)	adjudiceren (v) (ascrivere)
assegnando assegnano assegni assegnavano assegnavi	geadjudiceerd adjudiceren adjudiceert adjudiceerden adjudiceerde
assegnare (v) (premio)	overhandigen (v) (premio)
assegnando assegnano assegni assegnavano assegnavi	overhandigd overhandigt overhandigen overhandigden overhandigde
assegnare (v) (diritto)	toekennen (v) (diritto)
assegnando assegnano assegni assegnavano assegnavi	toegekend kent toe kennen toe kenden toe kende toe
assegnare (v) (distribuire)	toekennen aan (v) (distribuire)
assegnare (v) (accordare)	verlenen (n) (v) (accordare)
assegnando assegnano assegni assegnavano assegnavi	verleend verleent verlenen verleende verleenden
assegnare (v) (diritto)	toebedelen (v) (diritto)
assegnando assegnano assegni assegnavano assegnavi	toebedeeld bedelen toe bedeelt toe bedeelden toe bedeelde toe
assegnare (v) (premio)	toeschrijven (v) (premio)
assegnando assegnano assegni assegnavano assegnavi	toegeschreven schrijven toe schrijft toe schreven toe schreef toe
assegnare (v) (premio)	toekennen (v) (premio)
assegnando assegnano assegni assegnavano assegnavi	toegekend kent toe kennen toe kenden toe kende toe
assegnare (v) (distribuire)	toekennen (v) (distribuire)
assegnando assegnano assegni assegnavano assegnavi	toegekend kent toe kennen toe kenden toe kende toe
assegnare (v) (ascrivere)	toewijzen (v) (ascrivere)
assegnando assegnano assegni assegnavano assegnavi	toegewezen wijzen toe wijst toe wees toe wezen toe
assegnare (v) (premio)	adjudiceren (v) (premio)
assegnando assegnano assegni assegnavano assegnavi	geadjudiceerd adjudiceren adjudiceert adjudiceerden adjudiceerde
assegnare (v) (diritto)	toewijzen (v) (diritto)
assegnando assegnano assegni assegnavano assegnavi	toegewezen wijzen toe wijst toe wees toe wezen toe
assegnare (v) (distribuire)	adjudiceren (v) (distribuire)
assegnando assegnano assegni assegnavano assegnavi	geadjudiceerd adjudiceren adjudiceert adjudiceerden adjudiceerde
assegnare (v) (ascrivere)	toekennen (v) (ascrivere)
assegnando assegnano assegni assegnavano assegnavi	toegekend kent toe kennen toe kenden toe kende toe
assegnare (v) (diritto)	toeschrijven (v) (diritto)
assegnando assegnano assegni assegnavano assegnavi	toegeschreven schrijven toe schrijft toe schreven toe schreef toe
assegnare (v) (premio)	uitreiken (v) (premio)
assegnando assegnano assegni assegnavano assegnavi	uitgereikt reikt uit reiken uit reikten uit reikte uit

Assegnare Esempi3 esempi trovati

assegnare per testamento	bij testament vermaken
assegnare per testamento	bij testament nalaten
assegnare per testamento	nalaten

Tradurre Assegnare in altre lingue

— Tradurre assegnare in Inglese

— Tradurre assegnare in Tedesco

— Tradurre assegnare in Francese

— Tradurre assegnare in Spagnolo

— Tradurre assegnare in Portoghese

— Tradurre assegnare in Sloveno

— Tradurre assegnare in Polacco

— Tradurre assegnare in Ceco

Assegnare — Italiano Olandese traduzione30 traduzioni trovati