Affrontare — traduzione Italiano Olandese. Tradurre Affrontare in Olandese

affrontare (v) (soggetto)	aanraken (v) (soggetto)
affrontando affrontano affronti affrontavano affrontavi	aangeraakt raakt aan raken aan raakte aan raakten aan
affrontare (v) (difficoltà)	zich met lef doorheen slaan (v) (difficoltà)
affrontare (v) (generale)	bolwerken (v) (generale)
affrontando affrontano affronti affrontavano affrontavi	gebolwerkt bolwerken bolwerkt bolwerkte bolwerkten
affrontare (v) (fronteggiare)	aandurven (v) (fronteggiare)
affrontando affrontano affronti affrontavano affrontavi	aangedurfd durft aan durven aan durfde aan durfden aan
affrontare (v) (difficoltà)	aankunnen (v) (difficoltà)
affrontando affrontano affronti affrontavano affrontavi	aangekund kunnen aan kan aan kon aan konden aan
affrontare (v) (pericolo)	weerstaan (v) (pericolo)
affrontando affrontano affronti affrontavano affrontavi	weerstaan weerstaan weerstaat weerstond weerstonden
affrontare (v) (soggetto)	ter sprake brengen (v) (soggetto)
affrontare (v) (difficoltà)	bolwerken (v) (difficoltà)
affrontando affrontano affronti affrontavano affrontavi	gebolwerkt bolwerken bolwerkt bolwerkte bolwerkten
affrontare (v) (generale)	aankunnen (v) (generale)
affrontando affrontano affronti affrontavano affrontavi	aangekund kunnen aan kan aan kon aan konden aan
affrontare (v) (problema)	aanpakken (v) (problema)
affrontando affrontano affronti affrontavano affrontavi	aangepakt pakt aan pakken aan pakten aan pakte aan
affrontare (v) (soggetto)	naar voren brengen (v) (soggetto)
affrontare (v) (pericolo)	trotseren (v) (pericolo)
affrontando affrontano affronti affrontavano affrontavi	getrotseerd trotseren trotseert trotseerden trotseerde
affrontare (v) (fronteggiare)	het hoofd bieden aan (v) (fronteggiare)
affrontare (v) (generale)	het hoofd bieden aan (v) (generale)
affrontare (v) (pericolo)	tarten (v) (pericolo)
affrontando affrontano affronti affrontavano affrontavi	getart tarten tart tartten tartte
affrontare (v) (soggetto)	aansnijden (v) (soggetto)
affrontando affrontano affronti affrontavano affrontavi	aangesneden snijdt aan snijden aan sneed aan sneden aan
affrontare (v) (generale)	zich met lef doorheen slaan (v) (generale)
affrontare (v) (fronteggiare)	onder ogen zien (v) (fronteggiare)
affrontare (v) (difficoltà)	het hoofd bieden aan (v) (difficoltà)

Affrontare Esempi10 esempi trovati

essere in grado di affrontare	opgewassen zijn tegen
essere in grado di affrontare	sterk genoeg zijn om het aan te kunnen
essere in grado di affrontare	tegen kunnen
modo di affrontare	benaderingswijze
modo di affrontare	oogpunt
modo di affrontare	invalshoek
modo di affrontare	gezichtshoek
modo di affrontare	gezichtspunt
non essere in grado di affrontare qualcosa	geen vat op iets kunnen krijgen
non essere in grado di affrontare qualcosa	geen grip op iets kunnen krijgen

Tradurre Affrontare in altre lingue

— Tradurre affrontare in Inglese

— Tradurre affrontare in Tedesco

— Tradurre affrontare in Francese

— Tradurre affrontare in Spagnolo

— Tradurre affrontare in Portoghese

— Tradurre affrontare in Sloveno

— Tradurre affrontare in Polacco

— Tradurre affrontare in Ceco

Affrontare — Italiano Olandese traduzione19 traduzioni trovati