Accordo — traduzione Italiano Olandese. Tradurre Accordo in Olandese

accordo (m) (n) (corrispondenza)	gelijkvormigheid (f) (n) (corrispondenza)
accordo (m) (n) (negoziato)	akkoord (n) (n) (negoziato)
accordo (m) (n) (generale)	gelijkenis (f) (n) (generale)
accordo (m) (n) (conferenza)	akkoord (n) (n) (conferenza)
accordo (m) (n) (generale)	afspraak (m) (n) (generale)
accordo (m) (n) (politica)	verbond (n) (n) (politica)
accordo (m) (n) (corrispondenza)	akkoord (n) (n) (corrispondenza)
accordo (m) (n) (consenso)	inwilliging (f) (n) (consenso)
accordo (m) (n) (conferenza)	schikking (f) (n) (conferenza)
accordo (m) (n) (generale)	schikking (f) (n) (generale)
accordo (m) (n) (negoziato)	regeling (f) (n) (negoziato)
accordo (m) (n) (accomodamento)	schikking (f) (n) (accomodamento)
accordo (m) (n) (politica)	bond (m) (n) (politica)
accordo (m) (n) (corrispondenza)	overeenstemming (f) (n) (corrispondenza)
accordo (m) (n) (politica)	akkoord (n) (n) (politica)
accordo (m) (n) (generale)	gelijkvormigheid (f) (n) (generale)
accordo (m) (n) (politica)	overeenkomst (f) (n) (politica)
accordo (m) (n) (generale)	arrangement (n) (n) (generale)
accordo (m) (n) (politica)	entente (f) (n) (politica)
accordo (m) (n) (consenso)	goedkeuring (f) (n) (consenso)
accordo (m) (n) (consenso)	instemming (f) (n) (consenso)
accordo (m) (n) (negoziato)	arrangement (n) (n) (negoziato)
accordo (m) (n) (generale)	concordaat (n) (n) (generale)
accordo (m) (n) (negoziato)	afspraak (m) (n) (negoziato)
accordo (m) (n) (politica)	confederatie (f) (n) (politica)
accordo (m) (n) (politica)	federatie (f) (n) (politica)
accordo (m) (n) (corrispondenza)	gelijkenis (f) (n) (corrispondenza)
accordo (m) (n) (politica)	schikking (f) (n) (politica)
accordo (m) (n) (musica)	snaar (m) (n) (musica)
accordo (m) (n) (generale)	overeenkomst (f) (n) (generale)
accordo (m) (n) (accomodamento)	overeenkomst (f) (n) (accomodamento)
accordo (m) (n) (accomodamento)	akkoord (n) (n) (accomodamento)
accordo (m) (n) (consenso)	toestemming (f) (n) (consenso)
accordo (m) (n) (negoziato)	overeenkomst (f) (n) (negoziato)
accordo (m) (n) (generale)	overeenstemming (f) (n) (generale)
accordo (m) (n) (conferenza)	overeenkomst (f) (n) (conferenza)
accordo (m) (n) (generale)	akkoord (n) (n) (generale)
accordo (m) (n) (politica)	vergelijk (n) (n) (politica)
accordo (m) (n) (corrispondenza)	overeenkomst (f) (n) (corrispondenza)
accordo (m) (n) (consenso)	autorisatie (f) (n) (consenso)
accordo (m) (n) (conferenza)	vergelijk (n) (n) (conferenza)
accordo (m) (n) (generale)	regeling (f) (n) (generale)
accordo (m) (n) (negoziato)	schikking (f) (n) (negoziato)
accordo (m) (n) (accomodamento)	vergelijk (n) (n) (accomodamento)
accordo (m) (n) (politica)	vriendschapsverdrag (n) (n) (politica)

Accordo Esempi45 esempi trovati

accordo sulla parola	herenakkoord
accordo sulla parola	gentlemen's agreement
accordo sulla parola	gentleman's agreement
accordo verbale	herenakkoord
accordo verbale	gentlemen's agreement
accordo verbale	gentleman's agreement
accordo vincolante	bindend contract
andare d'accordo	overeenkomen
andare d'accordo	overweg kunnen
andare d'accordo	sporen met
andare d'accordo	samenhoren met
andare d'accordo con	een goede verstandhouding hebben met
andare d'accordo con	kunnen opschieten met
andare d'accordo con	goed kunnen opschieten met
andare d'accordo con	goed kunnen omgaan met
andare d'accordo con	akkoord gaan met
andare d'accordo con	het eens zijn met
andare d'amore e d'accordo	het goed met elkaar kunnen vinden
d'accordo	begrepen
d'accordo	oké
d'accordo	in orde
d'accordo	overeenkomend
d'accordo	schikkend
d'accordo con	samen met
d'accordo con	in combinatie met
d'accordo con	in samenwerking met
d'amore e d'accordo	in volmaakte harmonie
essere d'accordo	akkoord gaan
essere d'accordo	het eens zijn
essere d'accordo	instemmen
mettere d'accordo	doen harmoniëren
mettere d'accordo	harmoniseren
mettersi d'accordo	overeenkomen
mettersi d'accordo	regelen
mettersi d'accordo	afspreken
mettersi d'accordo	bedisselen
non andare d'accordo con	op gespannen voet staan met
non andare d'accordo con	niet goed kunnen opschieten met
non essere d'accordo	van mening verschillen
non essere d'accordo	het oneens zijn
non essere d'accordo	niet akkoord gaan
raggiungere un accordo	tot een schikking komen
raggiungere un accordo	het eens worden
rimanere d'accordo	samenblijven
rimanere d'accordo	bij elkaar blijven

Tradurre Accordo in altre lingue

— Tradurre accordo in Inglese

— Tradurre accordo in Tedesco

— Tradurre accordo in Francese

— Tradurre accordo in Spagnolo

— Tradurre accordo in Portoghese

— Tradurre accordo in Sloveno

— Tradurre accordo in Polacco

— Tradurre accordo in Ceco

Accordo — Italiano Olandese traduzione45 traduzioni trovati